„Bouw Iraanse bom nog niet bewezen”
Onderzoek in Iran heeft nog geen bewijs opgeleverd dat het land werkt aan de ontwikkeling van nucleaire wapens.
Dat heeft het hoofd van het Internationaal Atoomenergie Agentschap (IAEA), Mohamed al-Baradei, dinsdag gezegd in een toespraak tot de Parlementaire Vergadering van de NAVO in de Slowaakse hoofdstad Bratislava.
De IAEA-baas benadrukte dat er nog meer onderzoek moet worden gedaan voordat definitief kan worden gesteld dat het Iraanse atoomprogramma slechts gericht is op de ontwikkeling van kernenergie. In een voorlopige versie van een onderzoeksrapport stelt het IAEA dat Iran de afgelopen maanden relatief open is geweest tegenover het IAEA, maar dat een aantal belangrijke vragen nog steeds niet is beantwoord.
De afgelopen jaren zijn er verscheidene aanwijzingen gevonden dat Iran mogelijk wel werkt aan een atoombom.
Zo ontdekten inspecteurs van de Verenigde Naties in Iran recent nieuwe sporen van hoogverrijkt uranium. Het radioactieve materiaal kan voor kernwapens worden gebruikt. Gisteren meldden diplomaten in Wenen dat op een locatie in Farayand een besmetting van 36 procent U-235 is aangetroffen.
Eind vorig jaar was al nucleaire besmetting ontdekt bij een elektriciteitsmaatschappij in de Iraanse hoofdstad Teheran en bij de experimentele verrijkingsfabriek in Natanz. De Iraanse regering beweert dat de besmetting te wijten is aan besmette apparatuur uit Pakistan. Het IAE zegt op basis van de beschikbare informatie niet te kunnen vaststellen of dat verhaal klopt.
In het nog vertrouwelijke rapport van het IAEA stelt de VN-instantie verder dat Iran heeft toegegeven onderdelen voor centrifuges te importeren. Met de centrifuges kan uranium voor atoomwapens worden gemaakt. Tot nu toe zei Teheran dat de onderdelen uit eigen land stamden.
De Amerikaanse regering beschuldigt Iran ervan bezig te zijn met het opzetten van een programma voor de productie van kernwapens. Teheran ontkent dit en stelt dat het land uitsluitend kernenergie wil verkrijgen.