Overijsselse waterpolitie staakt niet en bekeurt wel
„Wat krijgen we nu; jullie zouden toch staken en geen bekeuringen uitdelen?” De verontwaardiging is groot als agent Jeanette Moesker van de waterpolitie in de kop van Overijssel boetes uitdeelt op de Bovenboersevaart, een gracht net buiten de kern van Giethoorn.
Vier bestuurders van motorboten die de maximumsnelheid fors hebben overschreden, kunnen de rekening daarvoor thuis verwachten. Ze hebben de pech dat niet de landelijke eenheid (LE), maar de regionale collega’s de wateren in dit merengebied controleren. Zij voeren geen actie en schrijven wél bonnen uit voor overtredingen op of rond het water.
„Wij doen dus niet mee”, zegt agent Simon Hoekstra, terwijl hij achter het stuurwiel kruipt van de surveillanceboot. Hij heeft echter wel begrip voor de actievoerende collega’s van de landelijke eenheid die deze maand het bonnenboekje niet uit de binnenzak halen. Hoekstra, die overigens nog twee maanden is verwijderd van zijn pensioen, noemt de maatregelen die bij de waterpolitie zijn genomen een „ordinaire bezuiniging.” „Het aantal gezagvoerders bij de waterpolitie is drastisch omlaaggebracht, er zijn er nog maar een paar van. Het betekent onder andere dat hun functies niet meer worden gewaardeerd, want aan de functie van gezagvoerder is ook geen hogere rang verbonden. Kijk eens, deze mensen hebben wel een speciale studie gevolgd en hun papieren behaald voor de zee- en binnenvaart. Zij worden ondergewaardeerd. Daar komt nog bij dat de landelijke eenheid als organisatie door elkaar is gehusseld. Dat heeft tot gevolg dat er spoorwegpolitie op een boot wordt gezet, of snelwegpolitie op het spoor. Dan krijg je te maken met agenten die zeeziek worden of nog geen touw vast kunnen maken”, somt Hoekstra de nadelen op van de grootscheepse herschikking bij de zogenoemde LE. „Sommigen weten nog net dat water nat is, maar daar houdt het ook mee op”, merkt zijn collega Moesker smalend op.
Ongewoon rustig
Het is deze ochtend ongewoon rustig op de Beulakerwiede en de grachten in en om Giethoorn. Bij mooi weer in de zomertijd „miegelt” het dan van de boten in allerlei formaten, die met snorrende motoren dan wel elektrisch aangedreven over het wateroppervlak glijden. Dat zal ongetwijfeld te maken hebben met het tijdstip –tien uur in de ochtend– maar ook met de donkere luchten aan de horizon. Er is regen aangekondigd en het merengebied in de kop van Overijssel krijgt al snel de volle laag.
Voor Hoekstra en Moesker wordt deze ochtend een makkie. De meeste vaartuigen liggen voor anker en het zijn vooral de binnenvaartschepen die het water van het kanaal Beulaker-Steenwijk doorklieven. Langs de oevers van de gracht liggen tientallen huurbootjes in het gelid afgemeerd te wachten op toeristen uit alle windstreken van de wereld. „De laatste tijd zie je vooral veel Arabieren op het water”, weet Hoekstra.
Al jarenlang zijn het Aziaten, met name Chinezen, die de wateren in en om Giethoorn met de boot verkennen. Niet al deze toeristen –maar dat geldt evenzeer voor Nederlanders– kennen de regels in het waterverkeer en ze halen soms de gekste capriolen uit. Het water in de grachten is soms niet meer te zien door de botenfiles. Of vaartuigen botsen op elkaar, waardoor de Giethoornse grachtengordel een vergelijking met botsautootjes goed kan doorstaan. „Wij adviseren bezitters van jachten dan ook om overdag Giethoorn niet binnen te varen als ze hun vaartuigen zonder krassen en butsen willen houden”, zegt Hoekstra.
Maar deze ochtend overheerst de rust en kunnen de eenden ongestoord op het water ronddobberen, zonder al snaterend naar de kant te worden gemanoeuvreerd door onervaren stuurlieden.
Personeelstekort
Bij de regionale eenheden, waarvan Hoekstra en Moesker deel uitmaken, spelen de problemen zoals bij de LE niet. „Hoewel er wel sprake is van een personeelstekort over de hele lijn bij de politie. Ook bij ons dus”, stelt Hoekstra. „Wij bedrijven een andere tak van sport, toezicht houden op voornamelijk de recreatievaart. De waterpolitie wordt bij ons aangemerkt als neventaak. We worden er ook niet extra voor beloond. Ik werk 25 jaar op het water en in de beginjaren hadden wij 25 man personeel, nu nog maar 16. We kunnen het allemaal net rondkrijgen, maar er wordt wel vaak een beroep gedaan op de tijd van de teamleden. Ik ben zelf al 25 jaar lang niet in de zomer op vakantie geweest. Ook worden regelmatig vrije dagen ingetrokken of moet je diensten wisselen met collega’s. Dat komt niet altijd goed uit. Gelukkig hebben wij hier veel voor elkaar over. Ik werkt nu 3,5 weekend achter elkaar, je laat collega’s niet snel vallen. Trouwens, onze eenheid is ook te klein om op de barricaden te gaan. Bovendien ligt onze primaire taak op het land, maar we zijn wel elke dag met de boot onderweg”, klinkt het met een cynische ondertoon uit Hoekstra’s mond.
Ondertussen vist agent Moesker twee grote plastic zakken met afval uit het water en gooit ze terug op de wal. Hoekstra is zeer te spreken over de ‘afvalproblematiek’ op het water. „Want die is er bijna niet. De watersporters zijn redelijk schoon en milieuvriendelijk. We vinden niet veel afval en als we al eens wat aantreffen, is dat meestal het gevolg van ongelukjes. We hebben niet de indruk dat er bewust wordt geloosd op het water.”
Snelheidslimiet
De meeste bekeuringen die worden uitgeschreven, zijn voor overschrijdingen van de snelheidslimiet, gewoon te hard varen. In het geval van de eenheid in de kop van Overijssel trekken de agenten jaarlijks 150 tot 200 keer hun bonnenboekje. Een boete begint bij 90 euro, plus de gebruikelijke administratiekosten van 9 euro. Maar wie geen vaarbewijs kan tonen en dat papiertje wel moet hebben, staat voor 550 euro bij justitie in het krijt. „Als we echt alle dingetjes zouden bekeuren waaraan het schort op een boot, kunnen de boetes gemakkelijk oplopen tot 1500 euro”, zegt Hoekstra.
Toen agent Hoekstra een kwarteeuw geleden vanuit Limburg –„ja, daar heb je meer water dan menigeen denkt”– zijn opwachting maakte in de kop van Overijssel was het „wild west op het water”, zegt de agent. „Er waren veel ongevallen met gewonden en zelfs doden, we hadden achtervolging op achtervolging, maar dat is verleden tijd. Verschillende instanties werkten totaal langs elkaar heen, waardoor er amper toezicht was en zeker niet tijdens alle uren van de dag. Er is toen gepleit voor meer samenwerking en dat heeft geleid tot het waterplan.” Daarin participeren negen partners: de provincie Overijssel, de gemeenten Steenwijkerland en Zwartewaterland, het Waterschap Drents Overijsselse Delta, de politie, Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, de Sportvisserij Oost-Nederland en Rijkswaterstaat. Hoekstra is coördinator. „We hebben het aantal ongevallen met de botte bijl teruggedrongen. Spectaculaire acties zoals in het verleden maken we niet meer mee.”
Golfslag
Hoekstra manoeuvreert de patrouilleboot bekwaam en kalm door het merengebied. „Je kunt ook weer niet te hard varen. Je moet rekening houden met de golfslag die je veroorzaakt. Het kan zomaar zijn dat er iemand met een kop hete koffie op een bootje langs de kant staat en door de golfslag wordt verrast. Tja, ook daar moet je altijd rekening mee houden.
„Kijk”, wijst Hoekstra naar een aantal koeien die langs de kant van de gracht in het water staan. „We krijgen vaak meldingen van mensen die bellen dat koeien in het water zijn gevallen en er niet meer uit kunnen komen. Dat kunnen ze dus wel en geheel op eigen kracht. Er is een koe bij de Walengracht die dat ook regelmatig doet en dan tot z’n nek in het water staat. Voorbijgangers raken in paniek en bellen de politie. Of wij zo snel mogelijk naar die plaats kunnen komen om het dier eruit te halen. Maar wij weten inmiddels dat die koe het ook zelf kan. Altijd op zondagmiddag krijgen we die melding. Blijkbaar heeft de koe een voorliefde voor die dag.”