Groen & duurzaamheid

Op zoek naar de koninginnenpage

Het is al negen jaar lang een terugkerend fenomeen. De tuinvlindertelling. Duizenden Nederlanders maken dan een kwartiertje vrij om de tuin in te gaan en bij te houden welke vlinders ze spotten.

Hannah Neele
5 August 2017 08:42Gewijzigd op 16 November 2020 11:11
Kars Veling hoopt een koninginnenpage te zien in zijn tuin. De vlinder leeft in Zuid-Europa maar schijnt ook in Nederland voor te komen. beeld Wikimedia
Kars Veling hoopt een koninginnenpage te zien in zijn tuin. De vlinder leeft in Zuid-Europa maar schijnt ook in Nederland voor te komen. beeld Wikimedia

De tuintelling is een initiatief van onder meer De Vlinderstichting. In 1989 begon de organisatie met vlinders tellen en in 2009 startte de jaarlijkse tuinvlindertelling. Daarmee wil de stichting de populatie van de beestjes in het stedelijk gebied in kaart brengen.

Kars Veling, projectleider bij de stichting, doet ieder jaar mee met vlindertellen. „Ik hoop dat ik dit jaar een koninginnenpage spot. Een grote, gele vlinder die ik al eens gezien heb in Zuid-Europa. De vlinder schijnt nu ook in Nederland voor te komen.”

Fascinatie

Als Veling het gele beestje ziet, is dat voor hem een kroon op zijn werk. Hij probeert zijn tuin zo vlindervriendelijk mogelijk te maken.

„Als je die diertjes in de tuin wilt, kun je het beste een vlinderstruik planten. Die heeft grote pluimen en veel nectar. Daar komen veel vlinders op af.”

De vlinderstruik is een ideale plant voor het beestje: een vlinder heeft een kort leven en het is zaak om dit zo effectief mogelijk in te richten. „In de vlinderstruik kan het insect van bloem naar bloem hoppen.”

De fascinatie voor vlinders ontstond wat laat bij Kars Veling. Hij was altijd een ‘vogelaartje’. „Tijdens mijn studie ben ik geïnteresseerd geraakt in vlinders. Met medestudenten deed ik een opdracht op de Groote Peel. We onderzochten daar vlinders. Het mooie aan deze dieren vind ik dat ze niet bang zijn voor mensen.”

Vlinders zijn ook erg belangrijk voor het ecosysteem. Rupsen van vlinders worden gegeten door vogels. Die voeren ze ook aan hun jongen. Veling: „Als je een koolmezenkastje in de tuin hebt hangen, kun je zien dat koolmezen veel rupsen aan de kleintjes voeren. Als de jonge vogels geen rupsen krijgen, groeien ze niet en kunnen ze later geen insecten zoals muggen eten.”

Soorten

Vlinders tellen dus, dit weekend. Een kwartiertje is voldoende. Maar als er veel wind staat, zijn er dan wel vlinders te zien?

Veling: „Tuinen zijn vaak redelijk beschut. Ik ben banger voor de bewolking, want dan is het lastig om vlinders te spotten. Ze worden actief zodra er zon is. Bij bewolking verschuilen ze zich onder bladeren.”

Vorig jaar deden er zo’n 4500 mensen mee met de vlindertelling. Veling hoopt op 6000 tellers dit jaar. „Veel mensen vinden vlinders leuk. Het tellen is laagdrempelig want het kan in eigen tuin.”

Daarbij komt dat Nederland niet veel soorten vlinders huizen. In totaal leven er zo’n vijftig soorten in ons land, waarvan er vijftien in de tuin te zien kunnen zijn.

De Vlinderstichting stuurt mensen niet zonder kennis naar buiten: „We hebben een website en een app met daarop de verschillende vlindersoorten. Ook leggen we uit waaraan je de soorten kunt herkennen.”

De belangrijkste tip die Veling mee kan geven is te wachten op de zon. „Als die vijf minuten schijnt, komen er al vlinders tevoorschijn. En vooruitlopend op volgend jaar: zorg voor de juiste planten in de tuin, zodat vlinders er graag wonen.”

vlindermee.nl

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer