Veel agenten hebben illegaal dienstwapen
Lang niet alle politieagenten die hun wapenbevoegdheid kwijtraken, leveren hun dienstwapen in. Slechts 25 tot 30 procent houdt zich hierbij aan de regels, schrijft minister Remkes (Binnenlandse Zaken) in een brief die hij dinsdag aan de Tweede Kamer heeft gestuurd.
Remkes noemt de situatie „zorgwekkend". Het getuigt volgens hem van onvoldoende sturing door de leiding van de korpsen.
Het Korps Landelijke Politiediensten (KLPD) bewijst dat het wel kan. Dat heeft vorig jaar alle wapens ingenomen van agenten die hun toetsen niet haalden. Remkes wil van de korpsen die dat niet is gelukt een plan van aanpak.
Agenten moeten regelmatig toetsen doen om wapenbevoegdheid te houden. Dat zijn schietvaardigheidtests maar ook toetsen op het gebied van zelfverdediging en het gebruik van geweld. Zakken zij daarvoor, dan horen zij hun pistool, handboeien, wapenstok en pepperspray in te leveren.
Voor de toetsen voor de lichtere wapens (handboeien, wapenstok en pepperspray) zakt 15 procent. Die agenten moeten tijdelijk ander, onbewapend werk doen, totdat ze hun toets wel hebben gehaald.
Uit onderzoek blijkt dat het slagingspercentage niets te maken heeft met leeftijd. In veel gevallen is ziekteverzuim er de oorzaak van dat agenten niet op tijd meedoen aan training en toetsen.
De korpsbeheerders zeggen in een reactie de situatie „onwenselijk" te vinden, zo liet hun woordvoerder weten. Volgens hem is deze peiling in juli vorig jaar gehouden. „Inmiddels zijn de korpsen er wel op aangesproken", zei hij. Ook wil de woordvoerder de cijfers iets nuanceren. „In de cijfers zijn ook politiemensen opgenomen die langdurig ziek of zwanger zijn. Zij kunnen geen toets afleggen, maar gaan natuurlijk niet de straat op."
De politievakorganisatie ACP vindt dat een te grote groep niet aan de eisen voldoet. „Dit kan natuurlijk niet. Dit betekent dat er te veel dienders niet de straat op kunnen", aldus ACP–voorzitter G. van de Kamp. „Ik wil niet zeggen dat ik een voorstander van de huidige prestatiecontracten ben, maar nu die er toch zijn, moet de schietvaardigheid van politiemensen daar ook maar in worden meegenomen. Dan worden korpsen gedwongen tot betere prestaties op dit gebied."
Van de Kamp vindt namelijk dat de verantwoordelijkheid niet alleen bij de individuele diender ligt, maar ook bij de korpsleiding. „In sommige gevallen krijgen politiemensen gewoon te weinig faciliteiten en mogelijkheden om te trainen. Volgend jaar komt er hiervoor een nieuwe regeling. Wij gaan proberen voor elkaar te krijgen dat politiemensen dan meer uren ter beschikking krijgen om aan hun schietvaardigheid te werken."