Frustraties Dekker over islamschool begrijpelijk, maar niet gegrond
Staatssecretaris Dekker van Onderwijs vindt het „frusterend” dat door een uitspraak van de Raad van State in Amsterdam toch een islamitische school voor voortgezet onderwijs van start mag gaan. Zijn de frustraties van de bewindsman terecht?
De afdeling rechtspraak van de Raad van State bepaalde woensdag dat Dekker voor 1 augustus moet besluiten subsidie te verstrekken aan de Stichting Islamitisch Onderwijs (SIO) voor een nieuwe middelbare school met mavo, havo en vwo in Amsterdam.
Eind juni wees de bewindsman bekostiging definitief af. Volgens Dekker waren er „gegronde redenen” om aan te nemen dat de SIO niet aan de wettelijke voorwaarden voldoet. Het schoolbestuur nam in 2014 niet „onmiddellijk, onvoorwaardelijk en publiekelijk” afstand van de uitlatingen van een bestuurslid. Secretaris Abdoe Khoulani betuigde openlijk steun aan IS. Hij schreef op Facebook: „Leve ISIS (…) op naar Bagdad om dat schorem aldaar aan te pakken.” Dekker vreest dat het bestuur dit gedachtegoed ook toelaat in het onderwijs. Die vrees is versterkt omdat de SIO niet wilde meewerken aan onderzoek van de onderwijsinspectie.
Vanuit het oogpunt van een politicus begrijpelijke redenen om bekostiging af te wijzen.
Toch stond het bij voorbaat vast dat Dekker deze zaak bij de Raad van State zou verliezen. Volgens de wet mag de overheid op dit moment bij schoolstichting slechts naar twee criteria kijken. De eerste is of er voldoende leerlingen zullen komen én of de geloofsrichting officieel is erkend. Andere zaken, zoals de kwaliteit van de leerkrachten en de inhoud van het onderwijsprogramma, mogen pas gecontroleerd worden als de lessen zijn begonnen. Vanaf het begin was al duidelijk dat de SIO aan de twee genoemde voorwaarden voldoet.
De vraag is vervolgens of de „gegronde redenen” van de bewindsman aanleiding zouden kunnen zijn om niet tot bekostiging over te gaan. De Raad van State deed daar gedegen onderzoek naar en komt tot de conclusie dat die redenen er niet zijn. Het bestuur van de SIO heeft direct na de uitlatingen in eigen bestuursvergaderingen, in een aangifte bij de politie en in een krant laten weten dat het zich distantieert van „elke vorm van extremisme of terrorisme, dat het de sympathieën en uitspraken van het bestuurslid verwerpelijk vindt en dat het zijn positie in het bestuur onhoudbaar acht.” Dat heeft het bestuur in augustus 2014 aan de staatssecretaris laten weten. Kort daarna is Khoulani geroyeerd.
De weigering van het inspectie-onderzoek blijkt ook iets genuanceerder te liggen. De SIO was weliswaar niet bereid om vrijwillig mee te werken aan een oriënterend gesprek, maar liet wel weten „tot haar dienst” te staan als de inspectie een onderzoek „zou vorderen.” De inspectie vorderde dat echter niet.
De frustraties van Dekker zijn dus politiek gezien alleszins begrijpelijk, maar juridisch hebben ze geen grond. Dekker liet gisteren al laten weten dat hij de onderwijsinspectie op de school afstuurt als deze daadwerkelijk van start gaat. Wordt dus vervolgd.