Antilliaans kabinet donderdag beëdigd
De nieuwe Antilliaanse regering wordt donderdagochtend beëdigd. Dat heeft formateur Pedro Atacho maandag bekendgemaakt op Curaçao.
Zeven partijen, die samen vijftien zetels hebben in de Staten (het parlement), zijn bereid een nieuwe Antilliaanse regering te vormen.
De Veiligheidsdienst Nederlandse Antillen heeft alle kandidaat-bewindslieden gescreend en goedgekeurd. Etienne Ys van de PAR wordt minister-president.
De formateur maakte ook de namen van de nieuwe ministers en staatssecretarissen bekend, maar veel nieuws is er niet onder de zon. PAR-voorman Ys was ook al premier in 2002, voordat hij een jaar geleden plaats moest maken voor Mirna Louisa-Godett van de FOL.
Veel ministers die deel uitmaakten van het FOL-kabinet, keren terug in de nieuwe coalitie. Minister van Economische Zaken blijft Errol Cova (PLKP) en Ersilia de Lannooy (PNP) blijft minister van Financiën. Haar partijgenoot Joan Theodora-Brewster behoudt haar positie als minister van Volksgezondheid en Richard Gibson (DP Sint Maarten) wordt weer minister van Constitutionele Zaken.
Als minister van Justitie is Norberto Ribeiro (PAR) aangewezen. Hij vervulde deze post ook al in het eerste kabinet-Ys. Ribeiro volgt Ben Komproe (FOL) op, die vorige maand door het parlement naar huis werd gestuurd. Nieuw is de benoeming van Omayra Leeflang (PAR) als minister van Verkeer en Vervoer. Leeflang is al jarenlang Statenlid voor de PAR en staat bekend om het voeren van ferme oppositie.
Ook nieuw is Maritza Silberie (UP Bonaire) als minister van Onderwijs. De post van de gevolmachtigde minister in Den Haag wordt tijdelijk vervuld door Carel de Haseth (PAR). De partij is nog op zoek naar een andere kandidaat. De Haseth bezette in het verleden ook al vele jaren deze post.
De vijf staatssecretarissen zijn Ernie Simmons (DP Sint Eustatius) voor Ontwikkelingssamenwerking, Wini Poulo (PLKP) voor Arbeidszaken, Erno Labega (DP Sint Maarten) voor Justitie, Amelia Nicholson-Linzey (WIPM) voor het Solidariteitsfonds en Noris Gomez (UP Bonaire) voor Onderwijs.
De partijen hebben afgesproken dat binnen dertig dagen na de beëdiging het zogeheten urgentieprogramma zal worden aangeboden aan de Staten. De belangrijkste punten in het akkoord zijn armoedebestrijding, een harde aanpak van de criminaliteit, het scheppen van werkgelegenheid en het realiseren van staatkundige veranderingen.