Hij volgt hiermee het voorbeeld van Amin Afshar Naderi die eerder deze maand een brief schreef en in hongerstaking ging.

Firouzi moet nog drie jaar van zijn straf wegens „handelen tegen de nationale veiligheid” uitzitten. Hij schrijft aan de overheid: „Met ingang van 17 juli ga ik tien dagen in hongerstaking om mijn medechristenen en hun rechten te ondersteunen. Ik protesteer tegen de mishandeling van nieuwe christelijke gelovigen en bekeerlingen door de autoriteiten. Zij weigeren de christengevangenen toegang tot christelijke lectuur. Ook leggen ze hen zware straffen op.”

Hij vervolgt: „Ik heb mijn zorgen over deze beperkingen aan christenen verwoord in een brief aan de rechtbank in Teheran op 16 juli.”

Na zijn arrestatie in maart 2013 werd Firouzi aangeklaagd wegens het „promoten van christelijk zionisme.”

De rechtszaak vond plaats in juli 2013 bij de revolutionaire rechtbank in zijn woonplaats Robat Karim. De aanklager voegde nog toe dat Firouzi ook „probeerde een christelijke website te lanceren, contact had met verdachte buitenlanders en het runnen van online kerkdiensten”.

Firouzi verwierp alle aanklachten en vond dat deze waren verzonnen door de veiligheidsdienst en degenen die hem verhoorden.

In augustus 2013 werd hij veroordeeld tot een jaar cel en twee jaar verbanning naar Sarbaz bij de Pakistaanse grens. De rechtbank noemde in haar verklaring: „Evangelisatie activiteiten worden niet toegestaan door het regime van de islamitische republiek Iran.”

Hij zou in januari 2015 vrijkomen, maar werd in maart opnieuw berecht wegens „handelingen tegen de nationale veiligheid.” Hij kreeg vijf jaar cel.

Daarna ging hij ook al in hongerstaking om te protesteren tegen de mishandelingen. Hij werd geslagen en naar een hoorzitting gesleept waar hij hoorde dat de zitting was uitgesteld. Firouzi zit gevangen in de Rajaei Shahr gevangenis in Karaj ten westen van Teheran.