Pensioen halen? Dan bijscholen en een tillift gebruiken op je dertigste
Niet een lagere pensioenleeftijd, maar werk afstemmen op de leeftijd kan arbeidsongeschiktheid bij ouderen voorkomen. Dat stelt bedrijfsarts Jurriaan Penders (41), tevens voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde (NVAB).
De vrouwen die in zijn spreekkamer komen, zijn vaak zeer betrokken en begaan met de mensen aan wie ze zorg verlenen. „Ondanks slijtageklachten werken ze door. Ziek melden doen ze pas als het echt niet meer lukt en ze met tranen in hun ogen aan het bed staan omdat ze de zorg niet meer kunnen leveren.” Veel verzorgenden komen bij hem als hun knieën, heupen of schouders niet meer willen na dertig of veertig jaar fysiek inspannend werk.
Het zijn er steeds meer, de beroepskrachten in verzorgingshuizen en de thuiszorg, die zo veel pijn hebben dat ze niet meer kunnen werken. Fors meer mensen met een zwaar beroep halen hun pensioen niet, werd woensdag bekend. Sinds de pensioenleeftijd stapsgewijs omhooggaat, raken dubbel zo veel ouderen in de metaalindustrie arbeidsongeschikt. Ook in de sector zorg en welzijn moeten steeds meer oudere werknemers (plus 20 procent) zich voortijdig ziekmelden.
Het probleem zit ’m niet alleen in de pensioenleeftijd, maar verergert als mensen langer moeten doorwerken, legt Penders uit. „De meeste Nederlanders krijgen rond hun 55e hun eerste chronische ziekte. Eerst moest je dan tien jaar functioneren met een medisch probleem; straks twee jaar extra. Dat lijkt weinig, maar het zijn net de jaren waarin de fysieke klachten enorm groeien.”
Tillift
De slijtage door lichamelijke belasting merk je pas vele jaren later, vertelt de bedrijfsarts. „We hebben nog te maken met de gevolgen van de overbelasting van twintig jaar geleden.” Er zijn steeds meer hulpmiddelen om het werk te verlichten. Penders verwacht dan ook minder problemen over een jaar of 25, als de huidige generatie dertigers en veertigers dichter bij hun pensioen komt. „Al blijft het natuurlijk lastig om hulpmiddelen te gebruiken als je in de kracht van het leven staat. Een tillift halen, kost meer tijd en je kunt ook prima zonder.”
Vroeger kon een verpleegkundige nog weleens een ander baantje krijgen waarbij ze minder zorg aan het bed hoefde te verlenen, bijvoorbeeld bij de receptie of de voedingsondersteuning. Maar omdat alles efficiënter is geworden, is er steeds minder alternatief werk beschikbaar.
En daar zit meteen een probleem. We kijken niet vroegtijdig naar de verhouding van lichamelijke gesteldheid en de fysieke belasting van het werk. „Je zou verwachten dat mensen vooral lichamelijk zwaar werk doen als ze in de kracht van het leven staan”, zegt de bedrijfsarts.
Voor minder inspannend werk is vaak omscholing nodig, „en daar moet je niet pas mee beginnen als de klachten komen.” Werkgevers zouden er volgens hem goed aan doen om bij hun personeel dat tussen de 30 en de 35 jaar is al aan te sturen op carrièreplanning.
Marathon
„Ouderdom is niet vreemd of dramatisch, maar op je 65e loop je geen marathon meer. Daarom is het zo belangrijk je activiteiten op het werk aan te passen aan je leeftijd.” In Nederland gebeurt dat niet; ouderen krijgen de hoogste lonen, terwijl veertigers qua fysieke arbeid op een hoogtepunt zitten. Scandinavië is wat Penders betreft een voorbeeld van hoe het anders kan. Daar krijgen mensen minder loon aan het eind van hun carrière; ze hoeven dan ook minder werk te leveren. „Dat vermindert de druk. Werknemers gaan daar vaak geleidelijk met pensioen. Zij blijven eerder tot hun zeventigste doorwerken.” Veel beter dan een harde klap –van alles naar niets–, vindt hij.
Penders wijst erop dat chronisch zieken vaker een lagere opleiding en slechtere gezondheid hebben, maar ook minder alternatieven. „Laagopgeleiden zijn niet gewend zich bij te scholen. Heb je geen papieren voor ander werk, dan raak je al snel arbeidsongeschikt als je niet meer in staat bent de zorg aan bed te leveren.”
Dat de pensioenleeftijd weer terug moet naar 65 jaar zal hij niet snel roepen. „Wel dat er meer maatwerk nodig is en de overheid wat dwingender preventieve maatregelen mag voorschrijven.”