Politiek

Er even tussenuit kán helpen, maar is geen sleutel tot succes

11 July 2017 10:54Gewijzigd op 16 November 2020 11:00
Premier Rutte in vrijetijdskleding onderweg naar de onderhandelingen over de formatie. beeld ANP
Premier Rutte in vrijetijdskleding onderweg naar de onderhandelingen over de formatie. beeld ANP

In managementkringen is het al sinds jaar en dag in de mode: thinking out of the box. Ofwel: buiten de doos denken. Weer anders: buiten bestaande denkkaders treden. Om op een creatieve manier hardnekkige problemen te boven te komen.

Dat de vier partijen die nu proberen een coalitie in elkaar te timmeren voor grote opgaven staan, is onmiskenbaar. In zo’n geval, weten ze bij de ChristenUnie uit ervaring, kan het helpen de onderhandelingen eens heel anders aan te pakken.

Naar verluidt komt het idee om de Stadhouderskamer als vergaderplek in te ruilen voor het Johan de Witthuis van die partij. Eigenlijk wilde Segers er even helemaal tussenuit, zelfs Den Haag achter zich laten. Zoals in 2007, toen de onderhandelaars van CDA, PvdA en ChristenUnie elkaar troffen op landgoed Lauswolt in Beetsterzwaag. Maar zo ver kreeg hij de anderen niet, fluistert men in de wandelgangen: het is gewoon onpraktisch om ver bij Den Haag vandaan te gaan zitten. Daar is alle relevante kennis voorhanden, voor het geval er iets nagerekend of uitgeplozen moet worden.

Het out-of-the-boxconcept hebben de onderhandelaars daarentegen wél consequent uitgevoerd: ze verschenen maandag zelfs allemaal in vrijetijdskleding op de nieuwe vergaderplek.

Gaat deze frisse aanpak ook tot een doorbraak leiden op korte termijn? „Dit is niet de sleutel tot succes”, gaf VVD-leider Rutte maandag meteen toe. Oud-CU-fractieleider Slob –hij was in 2007 een van de onderhandelaars tijdens de kabinetsformatie– zei vanmorgen in de Volkskrant dat een andere vergaderplek niet veel uitmaakt: „Een moeilijk onderwerp wordt op een andere locatie niet opeens makkelijk.”



Een andere setting kan er natuurlijk wél toe leiden dat de onderhandelaars meer openstaan voor out of the box ideeën. Zoals voor het pleidooi van Gijs Jan Brandsma, universitair docent Europese politiek en bestuur aan de Universiteit Utrecht, dinsdagmorgen in het ND.

De meerderheid van een coalitie van VVD, CDA, D66 en CU is „zeer krap”, schrijft hij, „en op verschillende beleidsterreinen lopen de meningen fundamenteel uiteen.”

Brandsma vreest „bij voorbaat al een wankele coalitie.” In de praktijk zal een kabinet met de CU zich in beide Kamers als een minderheidscoalitie moeten gedragen, stelt hij. „Een vruchtbare samenwerking met de oppositie is essentieel.” Hij pleit er daarom voor om één of meer oppositiepartijen een minister te laten leveren. De basis onder het kabinet wordt dan breder.

Het lijkt niet aannemelijk dat de onderhandelaars, die na vandaag alweer terugkeren naar hun oude vergaderplek, dat zien zitten.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer