Trump én media versterken negatieve verhouding
De Amerikanen, ja, de halve wereld kon er begin deze week van genieten. Een video waarin Trump met zichtbaar genoegen beukt op een man met het logo van CNN.
De president zelf plaatste het filmpje op Twitter om daarmee zijn diepe minachting voor de tv-maatschappij te onderstrepen. „Al met al een beschamende vertoning”, zeggen Trumps eigen partijgenoten.
De vete tussen Trump en de traditionele media zit diep. Al vanaf het begin van verkiezingscampagne leven ze op voet van oorlog. De president noemt de media „de vijanden van het Amerikaanse volk” en spreekt bij herhaling over „nepnieuwsmedia.” Omgekeerd lijken de grote kranten en tv-zenders als jakhalzen achter de president aan te zitten.
Trump is zelf in belangrijke mate debet aan die slechte verhouding, zeggen verschillende Republikeinen. „Zijn uitspraken, zijn tweets en zijn gedrag roepen geregeld weerstand op”, erkent Jonathan A. Kobes, juridisch stafmedewerker van de Republikeinse senator Mike Rounds, die de staat South Dakota in Washington vertegenwoordigt. „Veel Republikeinen vinden dat een man van zeventig zich zo niet mag laten gaan als Trump soms doet. Maar zeker de president van de Verenigde Staten moet zich beheersen, dient afgewogen te reageren en mag zeker niet onnodig provoceren.”
Arthur M. Neals, medewerker van het Eisenhower Museum in Abilene, deelt die mening, maar stelt er wel iets tegenover. „De media tergen Trump ook. Ze voeren een ware heksenjacht. Sommige journalisten geven openlijk toe: Hij moet weg.”
Neals wijst er op dat de pers in de VS altijd negatiever is over Republikeinen dan over Democraten. „Wat nu met Trump gebeurt, overkwam destijds president Eisenhower ook. Hij werd in de media afgeschilderd als een onbetekenende vechtjas, een politiek onbenul. Dat doet de pers nu ook met Trump. Inderdaad, Eisenhouwer had geen politieke ervaring, maar hij heeft wel politieke impact gehad. Hij is zeker niet de slechtste president van de vorige eeuw geweest.”
Een belangrijk politiek wapenfeit van Eisenhower was het verkleinen van het overheidsapparaat. „Juist dat bezorgde hem een negatieve pers. Want de media schoppen wel tegen het ambtenarenapparaat, maar ze hebben dat ook nodig”, zegt Neals, die zijn bewondering voor Eisenhower en Trump niet onder stoelen of banken steekt. „Twee outsiders die in Washington orde op zaken stellen.”
Jeff Taylor, politicoloog aan Dordt College in Sioux Center, kan een eind meegaan in de analyse van Neals. „Inderdaad, de grote media moeten niets hebben van de plannen van Trump om eens stevig de bezem door Washington te halen.” Volgens Taylor zijn de media zelf onderdeel van het corrupte klimaat in Washington. „Mediabazen van nu zijn niet meer de courantiers van vroeger. Die wilden feiten boven tafel halen. De moderne mediagiganten gaan voor dollars. Om geld te verdienen hebben ze zich ingesponnen in de netwerken in Washington. Daarom gruwen ze van Trump, die als buitenstaander orde op zaken wil komen stellen.”
Taylor bespeurt bij de grote media een honger naar negatief nieuws over Trump, „die vervolgens hun eigen geloofwaardigheid ernstig in gevaar brengt.” Als voorbeeld noemt de politicoloog uit Sioux Center de aanhoudende geruchten dat Trump goede maatjes is met de Russen. „Ik geloof daar echt helemaal niks van,” zegt hij stellig.
Dave Moore uit Kansas City doet dat ook niet. De gepensioneerde directeur van een staalfabriek typeert zichzelf als „wél een Trumpstemmer, maar geen Trumpfan.” Als het gaat over de Russische connectie raakt Moore geagiteerd: „Al die verhalen over contacten met Rusland zijn fake, nepnieuws. Er is daarvoor nog geen spoor van bewijs geleverd. Kijk, dat Hillary Clinton gerommeld heeft met vertrouwelijk mails staat onomstotelijk vast. Die correspondentie is gewoon zwart op wit afgedrukt. Van Trump is er geen bewijs.”
Overigens heeft Trump volgens Taylor al het gedoe over banden met Rusland wel aan zichzelf te wijten. „In de strijd om de Republikeinse kandidatuur moest Trump het debat aangaan met doorgewinterde politici als Jeb Bush, Ted Cruz en Marco Rubio. Daarbij wilde hij op enig moment ook laten zien iets van de buitenlandse politiek te weten. Toen zei hij dat „die Poetin” toch ook wel „een beste kerel” was. Die ongelukkige opmerking gaf aanleiding tot het gerucht dat hij op goede voet met de Russische leider verkeert. Clinton heeft dat gebruikt als bewijs dat Trump gevaarlijk en onbetrouwbaar is; dat hij zelfs wil heulen met de vijand. De media hebben die suggestie kritiekloos overgenomen.”
Totaal verloren
„Deze duidelijke anti-Trumpkoers van de media heeft er wel toe geleid dat de meeste Amerikanen het vertrouwen in hen totaal verloren hebben”, zegt Jackie Cutshall uit Des Moines. De lerares geschiedenis spreekt van een absoluut dieptepunt. „Het minimale niveau van objectiviteit is zoek. Je kunt niet zeggen dat de grote kranten en tv-stations totale onwaarheid spreken. Maar ze brengen alleen dat deel van de feiten dat hen goed uitkomt. En een halve waarheid is ook een hele leugen. De burger heeft daar schoon genoeg van.”
Jeff Taylor constateert dat veel mensen hun nieuws nu bij elkaar schrapen via sites op internet. Voorheen zeiden de traditionele media dat dit geen betrouwbare nieuwsbronnen waren. Zij zouden nepnieuws brengen of eenzijdig zijn. „En dat is ook zo”, zegt Taylor. „Neem Breitbart, waar Steve Bannon bij betrokken was. Wie zichzelf serieus neemt, kan die site toch niet serieus nemen. Ik steun Trump, maar gruw van Breitbart. Als je van zo’n site zegt dat die nepnieuws brengt, heb je gelijk. Maar intussen hebben de oude gezaghebbende kranten hun kwaliteitslabel verloren.”
Door hun jacht op Trump brengen ze soms nu zelf ook nepnieuws”, vervolgt Taylor. „Daarmee zetten ze de geloofwaardigheid van de journalistiek op het spel. Dat betekent dat je ook die media nauwelijks nog serieus kan nemen.”