De inspectie voerde vorige maand 118 inspecties uit bij achttien pluimveeslachthuizen. Volgens de NVWA worden de regels voor het vangen van kuikens bij bijna alle bedrijven (92 procent) nageleefd. Eerder was dit bij minder dan de helft (45 procent) van de pluimveehouders het geval.

Vleeskuikens worden in containers vervoerd van de pluimveehouderij naar het slachthuis. Om de dieren te vangen en in de containers te laden worden vangploegen ingehuurd. Pluimveehouders zijn ervoor verantwoordelijk dat de dieren tijdens het vangen en inladen geen verwondingen of botbreuken oplopen.

Als de inspectie op het slachthuis ziet dat er bij meer dan 2 procent van de diertjes sprake is van vangletsel, krijgt de pluimveehouder een boete. In de eerste helft van dit jaar zijn hiervoor al 112 boetes uitgedeeld.

Eerder dit jaar maakte de NVWA bekend dat ruim de helft van de houders van vleeskuikens de dieren niet goed verzorgde. De meest voorkomende overtredingen waren te nat strooisel in de stal, overbezetting en te weinig licht. Bij vleeskuikens zijn pijnlijke zweren aan de poten een veelvoorkomend probleem.