„Er is geen legertje”, benadrukte minister Hennis (Defensie) donderdag in een Kamerdebat. „Er zal geen legertje zijn.”

De Europese Commissie heeft onlangs drie denkrichtingen uitgewerkt inzake Europese defensiesamenwerking: vrijblijvende samenwerking op ad-hocbasis, meer structurele samenwerking met een licht coördinerende rol van de EU en synchronisatie van defensieplanningen met een sterke coördinatie van de EU.

Hennis bezwoer de Kamer donderdag dat het „gewoon niet gaat gebeuren” dat de Europese Commissie gaat bepalen waar Nederlandse militairen worden ingezet. „Er is dus geen sprake van overdracht van soevereiniteit. Elk land beslist en zal blijven beslissen over de inzet van de eigen eenheden.”

D66-Kamerlid Belhaj –pleitbezorger van vergaande Europese coördinatie op veiligheidsgebied– stelde vast dat Hennis „in woorden weleens op de rem mag staan als het om Europese defensiesamenwerking gaat, maar in de praktijk is het volle kracht vooruit.”

De feiten spreken voor zich, vervolgde ze: „Alle beslissingen die de minister de afgelopen tijd heeft genomen en de stappen die ze de komende tijd gaat zetten, gaan in de richting van verdergaande Europese defensiesamenwerking.”

Een PVV-motie die het kabinet vraagt geen stap te doen richting een EU-leger kreeg alleen steun van SP, PvdD, SGP, PVV en FvD.