Strafhof tikt Zuid-Afrika op de vingers
Rechters van het Internationaal Strafhof (ICC) in Den Haag hebben Zuid-Afrika donderdag op de vingers getikt. Dat land ging de fout in door de Soedanese leider Omar Hassan al-Bashir twee jaar geleden niet op te pakken, concludeerde het hof.
Bashir bezocht Zuid-Afrika in 2015 vanwege een top van de Afrikaanse Unie. De autoriteiten in het land lieten het toen na de Soedanese president aan te houden, hoewel een internationaal arrestatiebevel tegen hem is uitgevaardigd. Bashir wordt onder meer verdacht van genocide in de regio Darfur.
Het ICC had Zuid-Afrika vanwege het negeren van het arrestatiebevel door kunnen verwijzen naar de vergadering van lidstaten van het ICC of de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties. Daar besloten de rechters uiteindelijk niet toe, omdat „het geen effectieve manier is” om landen tot samenwerking aan te zetten.
Aanklagers bij het ICC hadden wel aangedrongen op het doorverwijzen van Zuid-Afrika. Ze vreesden dat het hof anders aan effectiviteit zou inboeten. De Zuid-Afrikaanse regering betoogde eerder dat het arrestatiebevel niet zwaarder woog dan de eigen wetgeving. In het land hebben staatshoofden immuniteit voor strafvervolging.