Apaches maken zich onmisbaar in Kabul
De Nederlandse Apache-gevechtshelikopters in de Afghaanse hoofdstad Kabul zijn nog geen maand operationeel of ze hebben zich al onmisbaar gemaakt. De leiding van de internationale veiligheidsmacht (ISAF) in Afghanistan zegt niet meer zonder het wapensysteem te kunnen.
De Nederlandse piloten en hun zes gevechtsmachines hebben in korte tijd een duidelijk visitekaartje afgegeven, zonder nog maar een schot te hoeven lossen.
Tussen 1 april en eind mei heeft de eenheid onder leiding van luitenant-kolonel Onno Eichelsheim er bijna 400 vlieguren op zitten in rond 270 missies. In die tijd hebben de zwaarbewapende Apache-helikopters geholpen bij meer dan honderd arrestaties van verdachte personen. De toestellen zijn tijdens hun missies slechts twee keer beschoten, maar de eerste keer begin april wel met zwaar geschut.
Terugschieten was toen geen optie omdat onschuldige burgers het slachtoffer hadden kunnen worden. Dat zou de zorgvuldig opgebouwde goodwill in één klap om zeep hebben geholpen, vertelt de piloot die de lichtkogels zijn richting op had zien komen.
Tijdens een persontmoeting donderdag in het Nederlandse basiskamp op het militaire deel van de internationale luchthaven van Kabul geeft hij aan de hand van zelfgemaakte videobeelden een verslag van de beschieting. Op de beelden is te zien dat de aanval waarschijnlijk vanuit een ommuurd huis in een klein dorp was uitgevoerd.
Tot nu toe zijn de toestellen iedere keer weer heelhuids thuisgekomen. Dat heeft voor een deel te maken met de speciale veiligheidsprocedures, maar ook met de relatieve ’blindheid’ van de tegenstander. Eichelsheim stuurt zijn mannen het liefst op pad als het donker is. De Apache is dan vrijwel onzichtbaar voor gewapende schurken die alleen op het geluid af moeten gaan. Het toestel zelf kan dankzij infraroodsensors bijna alles zien wat zich in de openlucht afspeelt.
Zo kon dankzij het heimelijk volgen van een verdachte auto een bekende terrorist worden opgespoord die 200.000 dollar was beloofd als hij een aanslag op een van de kampen van ISAF uit zou voeren. Maar de piloten moesten ook regelmatig vaststellen dat verdachte bijeenkomsten midden in de nacht bij een bewaakt huis niet tijdig genoeg door grondtroepen gecontroleerd konden worden. Patrouilles die over land moeten komen hebben gauw een tot twee uur nodig en dan zijn de vogels al gevlogen.
Eichelsheim wil daar op korte termijn wat aan doen. Met instemming van de Duitse brigadegeneraal Gero Schachthoefer, plaatsvervangend commandant van de luchteenheden van ISAF, wil hij een kleine snelle-interventiemacht opzetten die per transporthelikopter razendsnel naar de plaats des onheils wordt gebracht. De overste heeft een Frans team op het oog dat in eerste instantie met een Duitse heli kan worden vervoerd onder begeleiding van de Nederlandse Apaches. Daarna hoopt hij de samenwerking uit te breiden met snelle Turkse Blackhawk-helikopters die begin juni aan het ISAF-helikopterdetachement worden toegevoegd.
Tussendoor blijven Eichelsheim en zijn mannen werken aan een goede band met de inwoners van de dorpen rond Kabul. In gesprekken met de malik, de plaatselijke imam of de dorpsoudsten benadrukken de Nederlanders dat de ISAF-helikopters er voor hun veiligheid zijn. Een opperwachtmeester, bijgenaamd ”De Opper”, vertelt dat de dorpelingen vooral bang zijn voor de Amerikanen. Zij moeten niets hebben van Amerikaanse gevechtshelikopters die bij het minste of geringste het vuur openen.
ISAF, dat onder het commando van de NAVO staat, kiest in Kabul en omgeving nadrukkelijk voor een andere koers. „Wij zoeken toenadering tot de bevolking. Daarnaast laten wij de arrestaties van verdachten zo veel mogelijk door Afghaanse politieagenten uitvoeren,” aldus de commandant.
Het succes van de Nederlandse missie heeft zich tot nu toe vertaald in een afname van het aantal incidenten. Bovendien zijn de grondtroepen van ISAF dankzij de Apaches in staat om verder uit te waaieren met hun patrouilles. Zij weten dat als er problemen ontstaan onze helikopters in korte tijd hulp kunnen bieden, aldus Eichelsheim.
Het kabinet heeft de missie in principe beperkt tot een halfjaar. Schachthoefer zou het liefst zien dat de Nederlandse toestellen net zo lang blijven als de ISAF-missie duurt. En die is volgens hem nog lang nodig. Maar uit gesprekken met de piloten valt op te maken dat minister Kamp van Defensie dan wel eens problemen kan krijgen met het vinden van voldoende piloten. De luchtmacht moet vanwege de bezuinigingen zes van de dertig Apaches inleveren, inclusies personeel. Als de Apache-missies in Irak en in Afghanistan lang gaan duren kan dat gaan wringen.