Kabinet: Geef ook burger plek in landbouwbeleid EU
Het Europees landbouwbeleid moet op de schop, vindt het kabinet. Dat is nu vooral gericht op boeren. Burgers moeten daarin ook een herkenbare plaats krijgen.
Het doel van het Europese landbouwbeleid moet niet langer zijn het rechtstreeks voorzien in een inkomen voor landbouwers, schreef staatssecretaris Van Dam (Economische Zaken) maandag aan de Kamer. Hij wil dat het EU-budget wordt gebruikt om boeren financieel te ondersteunen „om aan verwachtingen en wensen van de maatschappij te kunnen voldoen die door de markt onvoldoende worden gehonoreerd.” Denk bijvoorbeeld aan investeringen om klimaatverandering tegen te gaan.
Van Dam hoopt zo het draagvlak voor het EU-landbouwbeleid onder de bevolking te herstellen.
Van Dam beschrijft dat de samenleving van boeren verwacht dat ze hun bedrijf op een duurzame manier runnen. Agrariërs moeten echter kosten maken voor meer dierenwelzijn zonder dat ze daarvoor een vergoeding ontvangen. Het kabinet wil het EU-landbouwbeleid inzetten „om dit marktfalen te corrigeren door agrarische ondernemers te belonen voor dergelijke maatschappelijke diensten.”
Om duurzame voedselproductie aan te moedigen, kijkt het kabinet niet alleen naar boeren. Er moet vanuit de burgerij ook meer vraag komen naar duurzaam geproduceerd voedsel. „De consument moet daarom een herkenbare plaats krijgen in het Europese landbouwbeleid.” Van Dam wil consumenten via voorlichting bewuster maken van het belang van gezond, duurzaam en diervriendelijk geproduceerd voedsel voor hun gezondheid en leefomgeving.
SGP-Kamerlid Dijkgraaf is niet tevreden over Van Dams brief. „Hij wil oude schoenen uittrekken, terwijl hij bij lange na nog geen nieuwe heeft. Ook boeren doen het liever zonder subsidie. Maar dan moet daar wel wat tegenover staan. Waar blijven de voorstellen om de marktpositie en het inkomen van boeren écht te verbeteren? Ik zie nu vooral negatieve maatregelen zoals fosfaatrechten, een kentekenplicht, afschaffing van de rode diesel en nieuwe emissie-eisen.”