Advies biologen: scholvangst 35 procent krimpen
Er zit meer schol in de Noordzee dan ooit. Toch mogen de vissers als het aan de biologen ligt, volgend jaar 35 procent minder schol aan land brengen dan in 2017. Nederlandse vissers zijn woedend.
Uit vrijdag gepresenteerde adviezen van de Internationale Raad voor Onderzoek der Zee (ICES) blijkt dat de voor Nederlandse vissers belangrijkste visbestanden in de Noordzee er goed voor staan. Er zwemt meer haring, tong, schol en kabeljauw. Dat is vooral te danken aan de „aanhoudend lage” visserijdruk op de Noordzee, stelt ICES.
Toch adviseert ICES voor drie van de vier soorten een verlaging van de toegestane vangst. Vooral de krimp bij schol springt eruit: van die vooral voor Nederlandse vissers belangrijke soort zou in 2018 een kleine 95.000 ton gevangen mogen worden, tegen 148.000 ton dit jaar. Het advies voor tong krimpt van ruim 16.000 naar 14.000 ton, dat voor kabeljauw gaat van 47.000 naar ruim 41.000 ton. Alleen de haringvangst kan omhoog, wat ICES betreft. Van deze soort mogen de vissers volgend jaar ruim 494.000 ton aan land brengen, als het aan de biologen ligt. Dit jaar is dat 482.000 ton.
De adviezen van ICES zijn bepalend voor de quota, die aan het einde van het jaar door de Europese visserijministers worden vastgesteld.
Brancheorganisatie VisNed, die naar eigen zeggen twee derde van de Nederlandse kottervloot vertegenwoordigt, begrijpt niets van het advies voor schol. „We hebben de naam om altijd maar te klagen, maar we hebben ons hoofd gebroken over dit advies en komen er niet uit”, zegt directeur Pim Visser. „Hoe kun je onderbouwen dat er minder gevangen mag worden, terwijl het nog nooit zo goed is gegaan met de hoeveelheid schol in de Noordzee? Deze stap is voor ons niet te volgen.”
Visser hoopt dat bij de visserijministers in december „het gezonde verstand wél zal zegevieren.” Volgens hem is de visserijsector „speelbal van onduidelijk beleid, kortetermijnpolitiek en nu ook van theoretische onderzoeksmodellen.” Hij wijst ook op een dreigend verbod op de pulsvisserij (elektrisch vissen) en het risico dat Nederlandse vissers door het vertrek van de Britten uit de Europese Unie de helft van hun visgronden kwijtraken.
Volgens ICES zwemt er dit jaar 937.000 ton volwassen schol in de Noordzee en het Skagerak. Dat is de grootste hoeveelheid sinds de start van de metingen in 1957. Ook de afgelopen jaren groeide het scholbestand fors.
Dat de biologen nu toch een verlaging van de vangst adviseren, heeft drie belangrijke redenen, meldt Wageningen Marine Research, dat de adviezen vrijdag namens ICES in Nederland presenteerde. Eerste is dat de visserijministers in 2017 een hoger scholquotum hebben vastgesteld dan vorig jaar was geadviseerd. Daarnaast is de aanwas van jonge schol de laatste jaren minder terwijl de visserijdruk juist iets hoger is.
VisNed stelt daar niets van te begrijpen. „Nog nooit is er door vissers zo weinig op schol gevist”, aldus de brancheorganisatie in een verklaring. Volgens VisNed vindt ICES „op basis van onduidelijk, niet gedragen, nieuw wetenschappelijk inzicht” dat het paaibestand te laag is en 2,5 keer zo groot zou moeten worden dan het nu is.
De Nederlandse kottervloot heeft het scholquotum de laatste jaren overigens niet geheel benut.
VisNed is ook tegen de verlaging van het tongadvies met 7 procent. Visser: „Het gaat heel goed met het bestand. Wij pleiten voor een roll-over” (handhaving van het huidige qoutum, red.).