Heftig debat in Berlijn over plaatsing kruis op herbouwde stadsslot
In deze rubriek reflecteren buitenlandredacteuren van het RD op actuele gebeurtenissen in het nieuws. Deze week: heftig debat in Berlijn over de plaatsing van een kruis op het herbouwde stadsslot.
Recent sloeg de schrik het linkse stadsbestuur van Berlijn ineens koud om het hard. Klopte het inderdaad dat er vroeger op het stadsslot een kruis stond? Natuurlijk was dat waar, dat hoefde eigenlijk niemand de rode en groene bestuurders te vertellen. Maar klopte het dan ook dat het kruis bij de herbouw van dat slot weer terug zou komen? Het zou toch niet waar zijn. Het is juist tijd los te komen „van onze achtergrond, wortels en cultuur”, poneerde Cultuurwethouder Klaus Lederer recent in de Berliner Morgenpost.
Het geval is dat bouwvakkers in Berlijn hard werken aan de herbouw van het barokke paleis waar ooit de koning van Pruisen en de keizer van het Duitse Rijk resideerden: het stadsslot. De communistische machthebbers bliezen het beeldbepalende gebouw in 1950 op, vanuit de gedachte dat zo’n symbool van keizerlijke macht maar beter opgeruimd kon zijn. DDR-leider Erich Honecker bouwde op de plek later het modernistische Paleis van de Republiek: een gebouw met veel goudkleurig glas en een hamer en sikkel boven de ingang.
Na de val van de Muur zat het stadsbestuur van Berlijn zodoende weer in de maag met een nogal opzichtig symbool van de voormalige DDR. Tot blijdschap van velen werd er begin deze eeuw asbest in het ”Palast” gevonden, wat een mooie reden was er de slopershamer tegenaan te gooien. In plaats ervan zou het oude stadsslot weer uit de as herrijzen, besloten de Duitse autoriteiten.
Met de bouw daarvan is zo’n zes jaar geleden begonnen. Inwendig wordt het een modern pand, maar de buitenkant moet een vrijwel exacte kopie van het oude slot worden. Beeldhouwers maakten de 3000 zandstenen ornamenten na, deels met de hand. Zelfs de afwijkingen van het oude gebouw komen terug. Zo maakt ook het nieuwe slot op één plaats geen hoek van 90, maar van 89,7 graden.
In dat licht was het des te opmerkelijker dat het kruis op de koepel, waaronder ooit een kapel was, ineens op weerstand stuitte. Wat doet een christelijk symbool straks op een publiek gebouw, wilden tegenstanders weten. Ze wezen er bovendien op dat het slot onder meer onderdak moet gaan bieden aan een centrum voor wereldcultuur. Zou het kruis in die context geen uiting zijn van de koloniale geest?
Minutieus nagebouwd
De casus is dus niet dat er een kruis op zomaar een nieuw publiek gebouw dreigde te komen. Dan zou het stadsbestuur zijn gelijk hebben gehad. Het geval is dat een historisch pand minutieus nagebouwd wordt, maar dat het kruis achterwege had moeten blijven. De dwaze boodschap daarvan is dat Duitsland zich zou moeten ontdoen van zijn wortels. Inmiddels is duidelijk dat het kruis er wél komt. Moge het de tegenstanders helpen hun identiteiscrisis te boven te komen.