Kerk & religie

Ds. J. A. Weststrate: Huwelijken worden gesloten in een gebroken wereld

De rubriek Kerkbreed belicht actuele gebeurtenissen in het kerkelijk leven, zoals een congres, het jubileum van een organisatie of de verschijning van een theologisch werk. Vandaag ds. J. A. Weststrate, predikant van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland. Hij schreef een boek over het huwelijksformulier.

Jan van ’t Hul
29 June 2017 16:23Gewijzigd op 16 November 2020 10:55
Ds. J.A. Weststrate. beeld RD
Ds. J.A. Weststrate. beeld RD

Het huwelijk is een paradijsbloem, een zegen en een bijzonder voorrecht voor gehuwden die ervaren mogen dat God Zelf man en vrouw als met Zijn hand bij elkaar bracht. Maar de paradijsbloem is geknakt: „Huwelijken worden gesloten in een gebroken wereld.”

In de afgelopen twee jaar behandelde ds. Weststrate het huwelijksformulier tijdens gemeenteavonden in het Zuid-Afrikaanse Pretoria, zijn tweede gemeente. De uitwerking daarvan is gebundeld in het boek ”Het huwelijk, een paradijsbloem. Samen nadenken over het huwelijksformulier”.

U stelt: het huwelijk heeft zijn oorsprong in de hemel.

„In Gods wijs beleid heeft de Heere besloten welke man en welke vrouw met elkaar in het huwelijk zullen treden. Hoe langer men getrouwd is, hoe meer men Zijn wijsheid hierin bewondert. Naar Zijn wijs beleid brengt Hij twee mensen samen, om een eenheid te vormen, samen het gezin te leiden en de kinderen op te voeden. De Heere volvoert in de tijd wat Hij besloten heeft in de eeuwigheid.

Ik zeg weleens in een huwelijksdienst tegen de bruidegom: „Was je ook zo blij als Adam toen hij Eva uit Gods hand kreeg? Adam júbelde. Hij zag in haar een van God verkregen hulp waarmee hij de Goddelijke opdracht zou kunnen vervullen om vruchtbaar te zijn, de aarde te bebouwen en samen te leven tot Zijn eer. Omdat de Heere de gehuwden samenbrengt, zegt het formulier zo mooi. Ik citeer vrij: „Daarom zult gij ook alles wat u in het huwelijk overkomt met geduld en dankzegging aannemen, als van de hand des Heeren. Zo zal het u ook alles ten beste en ten zaligheid gedijen.”

Het huwelijk, door God ingesteld, is als een bloem uit het paradijs. Maar de bloem is geknakt, zegt u. Waar blijkt dat uit?

„Het huwelijksformulier is eerlijk. Op de blijde huwelijksdag verbergt het formulier niet dat de gehuwden velerhande tegenspoed en kruis onderworpen zijn. Wij hebben de paradijsbloem door de zonde geknakt. In nieuwere formulieren wordt de aanhef van het klassieke formulier weggelaten. Maar dan spreken we niet eerlijk over het huwelijk. Ieder echtpaar zal beamen dat ook hun huis een kruis heeft. Het is een wonder dat de Heere, ondanks ons huwelijksleven, gezinsleven en opvoedingsleven, ons nog draagt.”

Nadat het formulier gewezen heeft op de kruisen binnen het huwelijksleven volgt er geen punt, stelt ds. Weststrate vast. „Wat volgt, is een woord van troost: de gehuwden mogen verzekerd zijn van de gewisse hulp van God in hun kruis. De Heere belooft de gehuwden te helpen, ook als ze dat het allerminst verwachten. Uiteraard moet het dan wel vlak liggen tussen de Heere en de gehuwden. Hij werkt niet over de zonde heen. In de aanhef van het formulier staat ook: „…daarentegen de hoereerders en overspelers wil Hij oordelen en straffen.”

U ziet het huwelijk als een afspiegeling van het „huwelijk” tussen Christus en Zijn gemeente. Wat betekent dat?

„Dit is gegrond op Gods Woord. In Efeze 5:23 staat: „Want de man is het hoofd der vrouw, gelijk Christus het Hoofd der gemeente is.” In 1 Korinthe 11:3 voegt Paulus hieraan toe: „…en God het Hoofd van Christus.” De verhouding tussen man en vrouw, waarbij de man het hoofd van de vrouw is, wordt vergeleken met de verborgenheid dat Christus het Hoofd is van de gemeente. Het wordt zelfs met een nog grotere verborgenheid vergeleken, namelijk dat God, de Vader, het Hoofd van Christus is. Wat krijgt de tere verhouding tussen man en vrouw een grote eer. Zijn we ons hiervan bewust? Als we ontkennen dat de man het hoofd van de vrouw is, onteren we de Heere. De emancipatiedrang om man en vrouw gelijk te stellen, wordt gedreven door de satan. Dat is in het paradijs al begonnen.”

De bekende uitspraak: „De man is het hoofd en de vrouw is de nek” is volgens ds. Weststrate niet naar de Schrift. „We zeggen dan dat de man het hoofd is, terwijl de vrouw ondertussen de baas is. De man is het hoofd, niet omdat hij daar zelf voor kiest, maar omdat God het wil. Dat wil niet zeggen dat de man hiermee een vrijbrief op zak heeft om een dictator te zijn. Zijn hoofd-zijn dient getekend te worden door zelfopofferende liefde. In het hoofd-zijn dienen we Christus’ voetstappen te drukken.”

De man moet de vrouw als „het zwakke vat de eer geven die haar toekomt.” Vanwaar dat zwakke vat? En welke eer komt de vrouw toe?

Petrus noemt de vrouw in 1 Petrus 3:7 „het zwákste vat.” Allebei zijn ze breekbare vaten, maar de vrouw is het zwakste, omdat de Heere dat zo bepaald heeft. Hij is de Pottenbakker, Die het ene vat maakt als een zwak vat en het andere als het zwakste. De man mag de zwakheid van de vrouw niet verachten, moet daarin juist het eigene van de vrouw zien, haar beschermen, liefhebben en troosten.”

Omdat de vrouw het zwakste vat is, wil dat niet zeggen dat ze een minderwaardig vat is, stelt ds. Weststrate. „Kijk maar naar de leden van het lichaam. Het oog is een van de zwakste leden. Toch is het een van de zinrijkste zintuigen. Juist in het feit dat de vrouw het zwakste is, ligt haar bekoring. Een vat is van boven open. Zo dient de vrouw ook open te zijn en hoeft ze haar zwakheden niet te verbergen. Ze mag de Heere om sterkte vragen. Ook voor de man hoeft ze haar zwakheden niet te verbergen. Als de man haar zwakheden niet kent, hoe zal hij zijn lieve vrouw kunnen bewonderen, liefhebben en eren in haar zwakheid? Dat betekent ook dat de man niet verbitterd mag worden over de zwakheden van zijn vrouw. Doet hij dat wel, dan zal de Heere zijn gebeden verhinderen.”

Velen vinden sommige formuleringen uit het formulier niet meer van deze tijd. Zoals die over de vrouw die haar man als „haar heer” moet beschouwen.

„Wie zo’n uitlating ontkent, ontkent Gods Woord. Direct na de val sprak de Heere tot Eva en in haar tot alle vrouwen: „Tot uw man zal uw begeerte zijn, en hij zal over u heerschappij hebben.” Vaak wordt alleen het eerste deel van Gods vloekspraak tot de vrouw geciteerd: „Met smart zult gij kinderen baren.” Dat is een waarheid die elke vrouw zal bevestigen. Ze heeft smart om haar kind tijdens de zwangerschap, ze heeft smart tijdens de bevalling en vaak heeft ze ook smart als haar kind opgroeit.

De Heere heeft ook gezegd: „Tot uw man zal uw begeerte zijn.” Dat heeft niets met vleselijke begeerten te maken. De kanttekening zegt hier: „Gij zult gehouden zijn u naar de wil van uw man te voegen.” De positie die de vrouw vóór de val had, is na de val niet veranderd. Ze dient te buigen onder het beleid van haar man. Voor de val was het de lust van Eva om Adam gehoorzaam te zijn, hem te helpen om de aarde te bebouwen en te bewaren. Ze had niets liever dan dat Adam haar leidde. Dat was haar lust, omdat de Heere dat zo wilde.

Maar na de val willen we niet meer buigen onder Gods wil en niet meer onder elkaar. Daarom geeft het bevel dat de vrouw de man gehoorzaam dient te zijn, zo vaak wrevel en strijd. Zeker als blijkt dat de man minder gaven heeft dan de vrouw. Toch dient de vrouw te buigen. Dat kost zelfverloochening, maar het geeft haar ook rust.”

Hier moet nog iets anders worden genoemd, zegt ds. Weststrate: „De Heere zegt tot de vrouw: „Tot úw man zal uw begeerte zijn.” Dus niet alle mannen mogen heerschappij over haar uitoefenen. Deze heerschappij past alleen binnen de geborgenheid van het huwelijk.”

We houden het huwelijksformulier dus in ere. Het is niet aan herziening toe.

„Het formulier is niet aan herziening toe. Ik sluit me graag aan bij de gewaardeerde dr. W. Aalders. Hij zegt in dit verband: „In een tijd, die zo lasterlijk over het verleden spreekt als thans, is het van grote betekenis om het klassieke huwelijksformulier in ere te houden.” Het formulier is gegrond op Gods Woord en ademt het reformatorisch gedachtegoed. Hoe meer ik het onderzoek, hoe meer ik verwonderd ben over het Bijbelse onderwijs erin.”

Het formulier zegt dat „God de getrouwden Zijn hulp en bijstand wil bewijzen, ook wanneer men zulks allerminst verwacht.” Dat mag als een belofte worden gelezen?

„Het staat er toch. De Heere belooft het. Het huwelijk is Zijn inzetting. Daarom behaagt het Hem en zal Hij de gehuwden Zijn hulp en Zijn bijstand geven. We moeten wel onderscheid maken in welke weg we Gods hulp binnen het huwelijk genieten. De onbekeerden zullen die ontvangen als teken van Zijn algemene genade. Dan ontvangen we het uit Zijn linkerhand en zal het eens tegen ons getuigen. De Kerk ontvangt het echter uit genade, omdat Christus ook de hulp en bijstand binnen het huwelijk voor hen verworven heeft.”

Ook anderen schreven al over het huwelijksformulier. Wat voegt uw boek toe? In welk opzicht biedt het iets nieuws?

„Ik heb bestaande toelichtingen gebruikt. Er is geen sprake van nieuwe inzichten. Ik hoop wel dat het boek gebruikt mag worden om de aanslagen van de satan op het huwelijk te weerstaan. Luther gaf al aan dat de satan in het einde der dagen zijn pijlen vooral op het huwelijk zal richten.”

Toch zal de Heere, stelt ds. Weststrate, doorgaan met man en vrouw bij elkaar te brengen. „Tot welk doel? Tot Gods eer. Daarom wordt in het gebed in het formulier gesmeekt: „Opdat zij de kinderen die het U belieft hun te geven, godzaliglijk opbrengen mogen, tot eer Uws heiligen Naams, tot stichting Uwer gemeente, en tot verbreiding van Uw heilig Evangelie.” Zolang de Heere man en vrouw als met Zijn hand bij elkaar brengt, is er hoop voor de Kerk. Want Hij heeft beloofd: „Ik zal Mijn Geest op uw zaad gieten en Mijn zegen op uw nakomelingen.”

Ds. J. A. Weststrate

J. A. Weststrate werd op 14 juli 1964 geboren. Hij werd directeur en mede-eigenaar van een softwarebedrijf. In 2006 werd hij toegelaten tot de studie voor predikant in de Gereformeerde Gemeenten in Nederland. Zijn eerste gemeente was Terneuzen (2009). Sinds maart 2014 dient hij de gemeente van Pretoria (Zuid-Afrika). Ds. Weststrate publiceerde enkele prekenboeken, over het Bijbelboek Esther en over de richter Simson. Recent verscheen zijn boek ”Het huwelijk, een paradijsbloem. Samen nadenken over het huwelijksformulier” (uitg. De Banier, Apeldoorn).

Lees ook in Digibron

Een mooie bloem tussen de doornen en distels - ‘Liefde en trouw zijn pijlers onder huwelijk’ (Reformatorisch Dagblad, 10-04-2017)

Uitgaan naar daar waar honger is - interview (Reformatorisch Dagblad, 25-02-2016)

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer