Economie

Aftrek rentekosten in aangifte kan soms nadelig uitpakken

Doorgaans zal een belastingplichtige minder inkomstenbelasting betalen indien hij een aftrekpost opvoert in de aangifte. Bij de hypotheekrenteaftrek kan dit in de praktijk echter anders uitpakken.

Bram Cornelissen
29 June 2017 08:30Gewijzigd op 16 November 2020 10:54
beeld ANP, Robin van Lonkhuijsen
beeld ANP, Robin van Lonkhuijsen

De hypotheekrenteaftrek wordt berekend door het zogeheten eigenwoningforfait (veelal 0,75 procent van de WOZ-waarde van de woning) te verminderen met de (rente)kosten ter financiering van de eigen woning. Het bedrag dat resteert, is aftrekbaar in de aangifte.

Bij belastingplichtigen die een relatief lage eigenwoningschuld hebben, kan er door de invoering van de tariefmaatregel eigen woning echter een bijtelling in plaats van een aftrekpost in de aangifte ontstaan. De tariefmaatregel houdt in dat de aftrekbare (rente)kosten voor de eigenwoning, voor zover deze in de vierde belastingschijf (52 procent) vallen, slechts nog tegen een lager, aflopend, tarief verzilverd mogen worden. Vanaf 2014 wordt het toptarief waartegen de hypotheekrenteaftrek mag worden toegepast elk jaar met een 0,5 procent verlaagd, tot in 2041 het effectieve tarief van 38 procent is bereikt.

Een voorbeeld maakt duidelijk welke negatieve effecten deze maatregel kan hebben. Uitgangspunt is een woning met een WOZ-waarde van 260.000 euro en aftrekbare rentekosten van 2000 euro. De bewuste woningbezitter heeft in 2017 te maken met een eigenwoningforfait van 1950 euro (0,75 procent berekend over 260.000 euro). Hij wil de rentekosten volledig aftrekken tegen 52 procent. In eerste instantie heeft deze woningbezitter recht op een aftrek van 52 procent van 2000 minus 1950 euro, oftewel 26 euro. Door toepassing van de hiervoor genoemde tariefmaatregel vindt echter een verhoging van de verschuldigde belasting plaats van 2 procent (vanaf de ingang op 1 januari 2014 viermaal 0,5 procent jaarlijkse verhoging) van 2000 euro, oftewel 40 euro. Per saldo betaalt de belastingplichtige dus over 14 euro inkomstenbelasting vanwege zijn eigenwoningbezit. En dit effect wordt jaarlijks groter.

Ook in situaties waarin het eigenwoningforfait hoger is dan de aftrekbare kosten treedt dit negatieve effect op. In die gevallen wordt het inkomen uit de eigen woning weliswaar op nihil gesteld door toepassing van de regeling Aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld (wet-Hillen). Zolang er sprake is van aftrekbare (rente)kosten ter financiering van de woning, zal er door toepassing van de tariefmaatregel een bijtelpost in de aangifte moeten worden opgenomen.

De negatieve effecten kunnen in de hiervoor genoemde voorbeelden simpelweg worden voorkomen door de aftrekbare (rente-)kosten niet meer op te voeren in de aangifte. De staatssecretaris van Financiën is echter van mening dat de aftrekbare (rente-)kosten in aanmerking genomen moeten worden, ongeacht de negatieve effecten daarvan in verband met een eventuele bijtelling. Er is geen keuze.

Toch zijn er alternatieven. Als er sprake is van fiscaal partnerschap kan in bepaalde gevallen aan de bijtelling worden ontsnapt. Voorwaarde hiervoor is dat de partner in een lagere tariefschijf valt. De aftrekbare kosten eigen woning kunnen dan aan de minst verdienende partner worden toegedeeld, zodat de kosten niet in de vierde schijf terechtkomen. Uiteraard is het ook mogelijk de hypotheekschuld af te lossen. Deze moet dan wel volledig worden afgelost, anders is nog steeds sprake van een bijtelling.

De auteur is werkzaam bij BDO Belastingadviseurs. Reageren? fiscaal@refdag.nl

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer