De rechtbank in Middelburg bepaalde eerder deze maand dat de burgemeester niet ontslagen had mogen worden voordat Middelburg en Spahr van der Hoek het eens waren geworden over een afvloeiingsregeling.

De burgemeester werd in juni 2001 ontslagen, nadat de gemeenteraad van Middelburg het vertrouwen in hem had opgezegd. Spahr van der Hoek was op het moment van ontslag nog bezig een extra uitkering boven op zijn wachtgeld binnen te halen. Volgens hem had hij recht op deze extra bonus. Ook de commissaris van de Koningin in Zeeland zou hem hebben toegezegd dat hij pas zou worden ontslagen als er met de gemeente Middelburg overeenstemming over de afvloeiingsregeling was bereikt.

De rechtbank in Middelburg gaf Spahr van der Hoek op dit punt gelijk. De rechtbank stelde ook dat het ministerie zelf, op kosten van het Rijk, een regeling had kunnen treffen met de ontslagen burgemeester.

Voor De Vries is vooral dit deel van de uitspraak tegen het zere been. Hij vindt het onaanvaardbaar dat het Rijk financieel zou moeten opdraaien voor een conflict tussen een gemeente en een burgemeester. De bewindsman is bang dat de rijksoverheid bij dergelijke conflicten vaker de rekening moet gaan betalen.