Zaken terreurverdachten langer aangehouden
De rechtbank in Rotterdam neemt langer de tijd om de strafzaken tegen tien gedagvaarde, maar afwezige terreurverdachten af te wikkelen.
Van een flink aantal van hen is de strafzaak tot januari 2018 uitgesteld, omdat de rechtbank groot belang hecht aan het aanwezigheidsrecht.
Deze vermeende jihadisten zijn in februari en maart gedagvaard door het OM, maar verschenen niet op de zitting. Het OM kondigde toen aan jihadisten structureel bij verstek te willen vervolgen. Via sociale media zoals Facebook en via familieleden is door het OM geprobeerd zo veel mogelijk verdachten van hun dagvaarding op de hoogte te stellen. In een aantal gevallen is niet duidelijk of dat is gelukt.
„Hoewel een voortvarende behandeling van een strafzaak in het algemeen zeer valt toe te juichen, kan onder deze bijzondere omstandigheden juist wat minder haast in het belang van een goede rechtspleging zijn”, aldus de rechtbank maandag. Sommige verdachten hebben laten weten aanwezig te willen zijn bij hun berechting, van anderen staat niet vast of zij ervan weten.
Eén verdachte heeft wél afstand gedaan van zijn recht ter zitting aanwezig te zijn. Zijn zaak wordt op 12 september behandeld.
In de zaak van één verdachte heeft de rechtbank vastgesteld dat het onduidelijk is of hij nog in leven is. De rechtbank houdt die zaak voor onbepaalde tijd aan tot hierover duidelijkheid bestaat.
Het Openbaar Ministerie verwacht dat na een nederlaag van IS circa tweehonderd Nederlandse jihadisten druppelsgewijs zullen terugkeren. Met een veroordelend vonnis in de hand wil het OM deze strijders meteen kunnen oppakken en vastzetten. Na zo’n verstekvonnis zouden de verdachten dan bij aanhouding in hoger beroep kunnen gaan, is de gedachte.