De Lange: Oude volkspartij boert structureel achteruit
Journalisten en politici richten zich, als zij het electorale verlies van de PvdA willen verklaren, te vaak op incidentele factoren en recente ontwikkelingen, vindt politicologe dr. Sarah de Lange.
Zo wezen zij bij de laatste verkiezingsnederlaag van de PvdA op de vele compromissen die de partij tijdens het regeren met de VVD had moeten sluiten. En op de late leiderschapswissel tussen Samsom en Asscher. „Maar vaak wordt daarbij over het hoofd gezien dat de teruggang van de sociaaldemocratie al decennialang aan de gang is en structureel is. Dat zie je het beste als je deze beweging over heel Europa volgt. Overal gaat de partij achteruit, en dat proces is al lange tijd bezig. De recente winst van Corbyn in Engeland is een uitzondering op de regel”, aldus De Lange vrijdag bij het uitspreken van haar oratie aan de Universiteit van Amsterdam.
De politicologe aanvaardde daarmee haar benoeming als bijzonder hoogleraar op de Dr. J. M. den Uyl-leerstoel. Zij gaat onderzoek doen naar het voortdurende verlies van voormalige volkspartijen in Europa. Daarbij richt zij zich niet alleen op sociaaldemocraten, maar ook op christendemocraten. Het gaat haar niet alleen om de oorzaken van dit verlies, maar zij gaat ook onderzoeken welke strategieën de oude volkspartijen ontwikkelen om het verval te keren. Bovendien wil zij de vraag beantwoorden hoe erg het is dat deze partijen op hun retour zijn. Een begin van een antwoord gaf zij vrijdag al in haar inaugurale rede. „Het zijn juist deze partijen die vroeger en nu nodig zijn voor regeringsvorming. Op dit moment zie je in Nederland al hoe lastig het wordt om nog een stabiele coalitie te kunnen smeden.”
Tegelijk met De Lang inaugureerde vrijdag ook dr. Tom van der Meer. Hij bekleedt aan de Universiteit van Amsterdam de leerstoel legitimiteit, ongelijkheid en burgerschap. Van der Meer is met name geïnteresseerd in het altijd weer de kop opstekende crisisdenken. „Al decennialang wordt gevreesd voor een politieke vertrouwenscrisis”, aldus de hoogleraar, „en vrijwel evenlang concluderen politicologen dat hiervan echt geen sprake is.” Van der Meer toonde vrijdag met tal van cijfers en onderzoeken aan dat het vertrouwen in democratie en rechtsstaat in West-Europa juist blijvend en constant hoog is.
De politicoloog wil de komende jaren onderzoeken waar het blijkbaar onuitroeibare crisisdenken precies vandaan komt. Ook wil hij weten of de vooronderstelling waar is dat een afnemend vertrouwen van burgers in de politiek schadelijk is voor democratie en rechtsstaat.
Ten slotte wil hij uitzoeken hoe en wanneer in West-Europa de politieke socialisatie van jongeren plaatsheeft. „Hoe ontwikkelen jongeren hun democratische waarden, door wie krijgen ze die aangereikt en in welke levensfase, en hoe gaan die waarden in hun latere leven functioneren?”