Ryu is voorganger in een Koreaanse gemeente in het Duitse Wuppertal. Hij verdedigt zijn proefschrift ”Dulcissimae Carmina Ecclesiae. Die Theologie und die Exegese des Psalmenkommentars Melanchthons” aan de Theologische Universiteit Apeldoorn (TUA).

Het commentaar op de Psalmen van Melanchthon is samengesteld uit colleges over de Psalmen, die Melanchthon van 1548 tot 1553 aan de Wittenberger universiteit heeft gehouden. Melanchthon werd door Luther naar Wittenberg gehaald om daar klassieke talen te doceren. Hij ontwikkelde zich tot de opvolger van Luther.

Ryu moet niets hebben van een zogenaamde tegenstelling tussen een jonge en een oude Melanchthon. „Het huidige onderzoek laat zien dat de theologie van Melanchthon niet anders is dan die van Luther. Wel is het zo dat Melanchthon als humanist meer geïnteresseerd was in de doorwerking van het christelijk geloof buiten de kerk. Melanchthon zag Luther als een vader en heeft altijd positief over hem gesproken.”

In de schaduw

Toch is het volgens Ryu jammer dat Melanchthon nog altijd in de schaduw van andere reformatoren staat. „Dat komt door zijn bijzondere positie. Lutheranen verwierpen hem omdat hij afgeweken zou zijn van Luther, maar ook gereformeerden stonden wantrouwend tegenover hem, met name sinds de remonstranten in Nederland beweerden dat Melanchthons leer van de predestinatie overeenstemde met hun leer.”

Inderdaad benadrukte Melanchthon de menselijke wil bij de verlossing en leerde hij in de ethiek het derde (burgerlijke) gebruik van de wet. „Maar hij heeft niet een vrije wil geleerd. Melanchthon houdt drie aspecten bij elkaar: het gebod van God, het werk van de Heilige Geest en de menselijke wil. Als hij over de wil spreekt, dan bedoelt hij het menselijke aspect ervan.”

De reden waarom de Psalmen bij de reformatoren zo geliefd waren, ligt volgens Ryu in hun verkondiging van de ware leer over God en mens, de lessen voor de persoonlijke vroomheid en de liturgie van de gemeente. „De Psalmen zijn zeer praktisch van aard, want daarin vindt men het concrete leven en de geloofservaring van de kerk. Men heeft dit Bijbelboek gebruikt om te laten zien dat God troostend aanwezig is in een situatie van lijden en moeite; en daar was zeker sprake van in de zestiende eeuw.”

Wuppertal

Ryu woont al acht jaar in Duitsland, waar hij in Wuppertal een Koreaanse zendingsgemeente leidt. Hij constateert een groot verschil tussen Duitsland en Korea. „Ik ben zelf gereformeerd christen en geloof in God en in de waarheid van de Bijbel, maar dat gevoelen is helaas in Duitsland grotendeels afwezig. Er zijn wel Bijbelgetrouwe groepen, maar die kom je vooral tegen in de vrije gemeenten.”

Ryu heeft ook grote zorgen over zijn thuisland Zuid-Korea, waar hij na zijn promotie weer naartoe gaat als docent theologie in een van de presbyteriaanse kerken. „De opzienbarende groei van de kerk is al sinds jaren voorbij. Erger is dat de leiding van de kerken zich schuldig maakt aan corruptie, machtsmisbruik en overtredingen op het gebied van seksualiteit. Dit soort zaken speelt vooral bij de leiding van de grotere kerken. De meeste gewone christenen zijn wel getrouw.

Ook zien we nog steeds invloeden van boeddhisme en sjamanisme in de kerken. Dan bidden de Koreanen wel, maar voor zichzelf, om er zelf beter van te worden.”