Werkenden krijgen kleiner deel van de koek
Van iedere euro die door bedrijven in de marktsector verdiend werd, ging vorig jaar 73 cent naar werknemers en zelfstandigen als inkomen. De resterende 27 cent ging als winst naar de bedrijven, blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek.
Deze arbeidsinkomensquote (aiq) daalt al drie jaar op rij. In 2013 kreeg het personeel nog 78 cent van iedere verdiende euro. In 2015 lag dat aandeel op 74 cent. In 1996 ging nog 80 cent per euro naar arbeid, in de twintig jaar daarna heeft de arbeidsinkomensquote dat niveau niet meer gehaald.
Minister Jeroen Dijsselbloem van Financiën spreekt van een „trend die niet door moet zetten”. Het gaat volgens hem om de vraag welk deel van het inkomen gaat naar mensen die werken en welk deel naar de eigenaren van het kapitaal. Die balans moet volgens hem beter. Volgens Dijsselbloem is er in heel veel sectoren ook ruimte voor loonontwikkeling. „Dus de lonen moeten omhoog.”
In de economische crisis ging een groter deel van het geld op aan personeel. In die periode hadden veel bedrijven het moeilijk. Nu de economie weer aantrekt daalt het aandeel van arbeid weer.
De berekeningswijze van het aiq werd door het CBS, De Nederlandsche Bank en het Centraal Planbureau op de schop genomen. Onder meer de lage lonen van zelfstandigen, die een steeds groter deel van de beroepsbevolking uitmaken, kwamen in de oude berekening niet goed naar voren.