Bejaarde heeft vaak geen geschikt huis
Bijna eenderde van ouderen die er zo slecht aan toe zijn dat ze niet meer voor zichzelf kunnen zorgen, heeft geen geschikte woning. Hun huis is niet aan hun behoeftes aangepast en heeft een trap. Aan aangepaste huizen is een tekort en in veel bejaardenwoningen wonen mensen die er eigenlijk niet thuishoren.
Dat blijkt uit een rapport over de woonsituatie van kwetsbare ouderen van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) dat vandaag verscheen. In Nederland zijn 330.000 oude mensen (boven de 55 jaar) die niet goed meer voor zichzelf kunnen zorgen. Van hen wonen er 100.000 in een woning die niet meer geschikt is. Verder zijn er 20.000 bejaarden die niet meer trap kunnen lopen, maar hun huis wel met een trap in en uit moeten.
In 70.000 woningen die speciaal voor ouderen zijn bedoeld, wonen mensen die óf niet oud zijn óf helemaal geen lichamelijke beperkingen hebben. Zelfs als dit niet zo zou zijn, is er volgens de cijfers van het SCP nog een tekort van ongeveer 40.000 bejaardenwoningen.
Deze woningen worden deels bezet door ouderen die nog goed ter been zijn, maar uit voorzorg alvast zijn verhuisd naar een aangepaste woning. Ongeveer 50.000 bejaarden willen op tijd verhuizen, 85.000 bejaarden die al een zwakke gezondheid hebben, willen ook een ander huis.
Overigens is het volgens het SCP niet helemaal duidelijk wat een ouderenwoning nu precies is. Dat komt doordat er veel verschillende namen voor zijn en doordat de zorg die bij zulke woningen hoort nogal uiteen kan lopen. Daardoor worden zowel aangepaste woningen zonder trap als woningen met trap die zich in niets onderscheiden van doorsnee huizen, tot ouderenwoningen gerekend.
In Nederland zijn 850.000 ouderen die zich niet goed meer kunnen redden en nog op zichzelf wonen. Van hen is ruim de helft er zo slecht aan toe dat ze zorg nodig hebben. Een kwetsbare groep vormen vooral de 150.000 alleenstaande bejaarden die niet meer voor zichzelf kunnen zorgen en te arm zijn om zorg in te huren.