Europa dreigt de doelstelling om over zes jaar 22 procent van de stroom te halen uit onder andere windmolens en zonnecollectoren te missen. Commissaris De Palacio (Energie) verwacht op basis van de thans beschikbare gegevens dat hooguit 18 of 19 procent zal worden gerealiseerd, zo verklaarde zij woensdag in Brussel.

Zij roemt het beleid van Duitsland, Finland en Spanje. Die lidstaten voldoen inmiddels aan de beoogde situatie. Absolute achterblijvers zijn Griekenland en Portugal. Ook Nederland moet een tandje bijzetten.

Om een extra impuls te geven, overweegt De Palacio een actieplan uit te brengen voor biomassa. Daarbij wordt energie opgewekt uit de verbranding van bijvoorbeeld afval. Ook wil ze financieel meehelpen aan het aanleggen van windmolenparken in zee. Nederland heeft dit jaar negen van zulke turbines geplaatst op de Maasvlakte en bouwt er in 2005 een zestigtal voor de kust van IJmuiden.

De commissaris bepleit verder het gebruik van biobrandstoffen. Dat zijn combinaties van benzine en een scheutje alcohol of koolzaad. Diverse landen hanteren fiscale voordelen op dat terrein.

Het geheel is erop gericht de afhankelijkheid van de dure olie te verminderen. De Palacio benadrukte woensdag nog eens dat de huidige prijs de economische groei in de EU met enkele tienden van een procent zal drukken. Ze riep de olieproducerende landen op het aanbod te verruimen om zo de zeepbel, die volgens haar vooral is ontstaan door toedoen van speculanten, door te prikken.

Ze vindt dat de geloofwaardigheid van de OPEC op het spel staat. „De betrokken landen zeggen te streven naar een prijs tussen 20 en 28 dollar per vat, maar we betalen al tien maanden meer dan 28 dollar”, aldus De Palacio.