Senaat maakt einde aan lijstverbinding
De Eerste Kamer buigt zich dinsdag over een wetsvoorstel dat een einde maakt aan de mogelijkheid dat partijen bij verkiezingen een lijstverbinding aangaan. Een meerderheid is voor het voorstel.
Het is dezelfde meerderheid die het wetsvoorstel eerder dit jaar in de Tweede Kamer aanvaardde, namelijk VVD, PVV, D66 en SP. Zij hebben in de Senaat samen 41 zetels.
De wet krijgt volgend jaar meteen al praktische betekenis, namelijk bij de gemeenteraadsverkiezingen. Partijen zoals ChristenUnie en SGP, maar ook linkse partijen, die het gewend zijn bij zulke verkiezingen lijstverbindingen aan te gaan, zullen dat dan niet meer mogen doen.
Dit kan deze partijen zetels kosten, omdat lijstverbindingen de kans vergroten dat een van de verbonden partijen een restzetel in de wacht sleept die zij zelfstandig niet zou hebben binnengehaald.
Bij de Tweede Kamerverkiezingen speelde dit bijvoorbeeld in 1998, toen de SGP haar derde zetel behaalde dankzij een lijstverbinding met de ChristenUnie. In 2012 behaalde de ChristenUnie haar vijfde zetel, een restzetel, dankzij de lijstverbinding met de SGP.
Het kabinet redeneert echter dat lijstverbindingen hier eigenlijk niet voor bedoeld waren. Het systeem bestaat sinds 1973 en beoogde een handreiking te doen aan partijen die met elkaar wilden gaan fuseren. Die konden dan bij verkiezingen al samen optrekken, hoewel de daadwerkelijke fusie zich nog moest gaan voltrekken.
In het verleden is dit bijvoorbeeld gebeurd bij KVP, ARP en CHU, die uiteindelijk samengingen in het CDA, en bij CPN, PSP en PPR, die fuseerden tot GroenLinks.