ELN houdt nog steeds vol
Het ELN (Nationaal Bevrijdingsleger) dat achter de ontvoering van twee Nederlandse journalisten zat, is een van de kleinere guerrillagroepen in Colombia. De grootste is de FARC, waar de Colombiaanse regering eind vorig jaar een vredesakkoord mee sloot en die zich vrijwel heeft ontwapend. Het ELN vecht nog steeds door en terroriseert delen van het land, vooral in het noordoosten.
Het ELN vecht al meer dan vijftig jaar tegen de Colombiaanse regering en ontvoeringen en bomaanslagen zijn daarin een belangrijk wapen. De marxistische beweging, die nu naar schatting nog 1500 tot 2000 strijders heeft, is in 1965 opgericht door radicale katholieke priesters die zich lieten inspireren door de Cubaanse revolutie. De grotere FARC (Revolutionaire Strijdkrachten van Colombia) telt naar schatting nog 6000 leden.
Sinds januari 2014 voerden de regering en het ELN achter gesloten deuren verkennende besprekingen en in oktober kondigde Colombia officieel aan met de guerrillabeweging vredesbesprekingen te beginnen in Ecuador. Een akkoord is belangrijk omdat wordt gevreesd dat het ELN straks FARC-gebieden en de drugshandel daar overneemt. Tussen 2002 en 2007 werd al vruchteloos met het ELN onderhandeld over vrede.
De eerste besprekingen werden eerder dit jaar uitgesteld. De Colombiaanse regering eiste eerst de vrijlating van de gegijzelde politicus Odín Sánchez die sinds maart 2016 werd vastgehouden. Het ELN liet de politicus in februari gaan.
Hoeveel gijzelaars de groep nu in zijn macht heeft, is niet bekend. In mei vorig jaar hield de beweging korte tijd een Spaanse journaliste vast. Ze werd na ongeveer een week vrijgelaten. Later liet de beweging ook een cameraman en een reporter van televisiestation RCN gaan, die waren meegenomen toen ze een programma maakten over de ontvoering van de Spaanse. Het is niet bekend of er losgeld is betaald voor hun vrijlating. Begin 2015 werd een Arnhemmer door leden van het ELN ontvoerd. Hij kwam na weken vrij. Het is ook niet bekend of er toen losgeld betaald is.