Oorlog in Oekraïne eist meer levens
Het aantal doden en gewonden in Oost-Oekraïne is de afgelopen maanden gestegen. Dat blijkt uit een VN-rapport dat eerder deze week werd gepresenteerd.
Vechtende partijen in het oosten van Oekraïne hebben herhaaldelijk afspraken over een staakt-het-vuren geschonden en lieten vijandigheden escaleren, terwijl de oorlog inmiddels zijn vierde jaar is ingegaan.
In het rapport is gekeken naar de periode van 16 februari tot 15 mei 2017. De VN-waarnemersmissie (HRMMU) constateerde in die periode 36 oorlogsgerelateerde burgerdoden en 157 gewonden, een toename van 48 procent vergeleken met de vorige rapportage over de periode van 16 november 2016 tot 15 februari 2017.
In de afgelopen drie maanden was dagelijks sprake van gebruik van wapens. Aanvallen leidden tot schade aan kritieke infrastructuur, inclusief scholen, ziekenhuizen en waterfaciliteiten. Volgens de auteurs van het rapport zijn er serieuze zorgen over de veiligheid van burgers. Nu de zomer nadert, stellen zij, is het risico op verdere escalatie groot, zoals dat ook in de afgelopen jaren gebeurde.
Vanaf het begin van het conflict in april 2014 tot 15 mei 2017 kwamen zeker 10.000 mensen om, onder wie 2777 burgers. Er vielen minstens 23.966 gewonden. Dat is een terughoudende schatting, gebaseerd op beschikbare data. De werkelijke aantallen liggen waarschijnlijk veel hoger.
Meer dan 1,6 miljoen mensen zijn hun huis ontvlucht en ontheemd. Ongeveer 3 miljoen mensen zijn achtergebleven in het oorlogsgebied. Volgens de auteurs is onder deze mensen sprake van groeiende wanhoop. Zo zijn er onder meer problemen met de uitbetaling van pensioenen.