„Tien Geboden van blijvende betekenis”
Een boek dat met overtuiging geschreven is. Dat geldt onmiskenbaar voor het nieuwste boek van David L. Baker, die wil aantonen dat de Tien Geboden of de Decaloog van grote betekenis blijven voor het volk van God door de eeuwen heen.
Op een ordelijke en aantrekkelijke wijze slaagt Baker, docent Bijbelse vakken aan het All Nations Christian College in Engeland, daar meesterlijk in. Wie in kort bestek kennis wil nemen van de belangrijkste uitlegkundige noties van de Decaloog (letterlijk: de tien woorden), wordt met dit grondige boek goed bediend.
In het eerste deel van het boek behandelt de auteur verschillende inleidingsvragen. Hij beschrijft de belangrijkste discussies over de opbouw, de verschillende versies, het ontstaan en het doel van de Decaloog. Voor wie zich eerder verdiept heeft in deze thematiek, is wat geboden wordt niet nieuw, maar Baker weet de zaken overzichtelijk en helder voor het voetlicht te brengen.
Onder meer als het gaat over de vraag of de proloog („Ik ben de Heere, uw God”) wel of niet bij het eerste gebod gerekend moet worden. De auteur kiest daar wel voor, met als belangrijkste argument dat elk van de eerste vier geboden dan een vertolking heeft waarin de woorden „de Heere, uw God” klinken. Die argumentatie overtuigt mij niet. Juist wanneer je de proloog verstaat als inleiding op het geheel en daarmee ook op elk van de afzonderlijke geboden, krijgt elk gebod de inkadering die het nodig heeft, namelijk als richtingwijzer om als bevrijd volk voor de Bevrijder te leven.
Verfrissend is de wijze waarop de auteur pleit voor een tweedeling in twee keer vijf geboden. De keuze om de eerste vier geboden (liefde tot God) apart te nemen van het vijfde tot en met het tiende gebod (liefde tot de naaste) honoreert te weinig de bijzondere positie van het vijfde gebod. Mede schatplichtig aan de Joodse traditie stelt Baker dat het eren van vader en moeder meer is dan een gebod waarin de intermenselijke verhoudingen worden uitgewerkt. Het gaat allereerst om de positie die ouders (gezagsdragers) namens God innemen jegens degenen die onder hun hoede zijn geplaatst. Erkenning van die gezagsverhouding betekent het eren van God Zelf. Ouders zijn immers „de handen van God.” Een bijkomend argument dat Baker noemt is de zogenoemde inclusio, die gevormd wordt door de proloog en de belofte bij het vijfde gebod (sprekend over „het land”).
Cultuur
In het tweede deel van het boek behandelt de auteur de afzonderlijke geboden. Hij doet dat consequent door drie aspecten te belichten. Allereerst plaatst hij het gebod binnen de context van de wetgeving en verdere cultuur van het Oude Nabije Oosten. Bij meerdere geboden biedt deze vergelijking inzicht in het unieke en eigensoortige karakter van de wetgeving van Israël, terwijl tegelijkertijd blijkt hoezeer God in de vertolking van Zijn spreken aansluit bij wat herkenbaar was.
De tweede stap die de auteur zet, is dat hij de afzonderlijke geboden plaatst binnen het canonieke verband van de gehele Schrift. In dat kader benadrukt Baker bijvoorbeeld bij het vierde gebod dat het meer gaat om het vierende, dan om het verplichtende karakter van de rustdag. En bij het vijfde gebod komt nadrukkelijk naar voren dat de Bijbel meer focust op de plichten en verantwoordelijkheden die ieder afzonderlijk heeft, dan op iemands rechten.
Het derde dat de auteur met de afzonderlijke geboden doet, is dat hij binnen het canonieke interpretatiekader reflecteert op de betekenis van de wet van God in onze huidige tijd. Hoewel de voorbeelden die genoemd worden wat subjectief gekozen zijn, probeert Baker daarmee een brug te slaan tussen uitleg en toepassing. Indringend is in dat licht de scopus bij het derde gebod: het gaat om eerbied voor de Heere op álle terreinen van het leven. En om niet meer te noemen: het negende gebod confronteert uiteindelijk direct met de persoon van Jezus Christus. Immers, Hij belichaamt de Waarheid in eigen Persoon.
In een slothoofdstuk zet de auteur een aantal zaken op een rij, die geheel opkomen vanuit zijn behandeling van de afzonderlijke geboden. Overtuigend maakt hij duidelijk dat de Decaloog ethische principes vertolkt die op tal van plaatsen in de Schrift in gedetailleerde en toegespitste vorm terugkomen. De Decaloog vertolkt wetten voor het leven en krijgt in Jezus Christus zijn diepste zin. In Oude en Nieuwe Testament vormt hij de basis voor een leven binnen Gods verbond, voor hen die in en door Jezus Christus uit de slavernij van de zonde zijn bevrijd.
Boekinfo
The Decalogue. Living as the People of God, David L. Baker; uitg. IVP Academic, Londen, 2017; ISBN 978 0830851690; 240 blz.; € 18,99.