EU-hof zet streep door verkoop „sojamelk”
Sojamelk, tofoeboter of vegakaas mogen niet onder die naam worden verkocht. Zuiver plantaardige producten mogen in principe niet op de markt worden gezet met woorden als melk, room, boter, kaas of yoghurt op het label. Dergelijke benamingen zijn volgens het Europees recht uitsluitend bedoeld voor producten van dierlijke oorsprong, oordeelde het Europees Hof van Justitie woensdag.
In Duitsland was een zaak aangespannen tegen TofuTown, dat vegetarische en veganistische producten maakt met woorden als boter en kaas in de naam, zoals ‘Tofubutter’, ‘Pflanzenkäse’. Een rechter in Trier had het EU-hof gevraagd om uitleg van de regels.
Hoewel het bedrijf de producten een naam geeft waaruit de plantaardige oorsprong blijkt, oordeelt het EU-hof dat daarin geen zuivelproducten mogen staan. De rechters wijzen onder meer op „verwarringsgevaar bij de consument”, zelfs als er een verduidelijkende tekst op het label staat.
Wel is er een lijst met uitzonderingen, waarin onder meer het Franse ‘crème de riz’ is opgenomen. Soja en tofoe staan niet op de lijst, maar onder meer pindakaas, cacaoboter, leverkaas en kokosmelk wel, dus die benamingen blijven toegestaan. Overigens geldt de uitspraak niet voor vlees- of visvervangende producten: de sojaburger mag dus in de schappen blijven.
Het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel vreest rompslomp maar verwacht niet dat de uitspraak uiteindelijk grote gevolgen zal hebben. „Als je dit consequent doorvoert, dan heeft dat niet alleen gevolgen voor de levensmiddelen maar ook bijvoorbeeld voor verzorgingsproducten als bodymilk. Dan mag een zuivelproduct eigenlijk ook niet gekoppeld worden,” zegt directeur Marc Jansen van het CBL. „Producten moeten dan opnieuw gelabeld worden. Daarover gaan wij dan in gesprek met het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de NVWA (Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit). Maar dit zal niet zo’n vaart lopen.”