Economie

„Nieuw mestbeleid te weinig stimulerend”

Het nieuwe mestbeleid van minister Veerman van Landbouw roept bezorgde reacties op bij organisaties in de landbouw. „Hard en te weinig stimulerend”, vindt het Centrum voor Landbouw en Milieu (CLM). LTO Nederland spreekt in eerste instantie van een „ongekend harde klap voor varkens- en pluimveehouders.”

Kees de Groot
26 May 2004 09:30Gewijzigd op 14 November 2020 01:16
CULEMBORG - Minister Veerman van Landbouw en staatssecretaris Van Geel van Milieu hebben vorige week een nieuw mestbeleid gepresenteerd. Daarmee moet Nederland voldoen aan de strenge normen uit de Europese Nitraatrichtlijn. Projectleider ir. E. van Well v
CULEMBORG - Minister Veerman van Landbouw en staatssecretaris Van Geel van Milieu hebben vorige week een nieuw mestbeleid gepresenteerd. Daarmee moet Nederland voldoen aan de strenge normen uit de Europese Nitraatrichtlijn. Projectleider ir. E. van Well v

Het CLM is er nog niet helemaal uit. „Het is moeilijk om nu al harde uitspraken over het nieuwe mestbeleid te doen”, stelt CLM-projectleider ir. Erik van Well. Hij is nog bezig met het doorrekenen van de plannen van minister Veerman en staatssecretaris Van Geel van Milieu om te bekijken wat bijvoorbeeld de gevolgen ervan zijn voor de weidegang.

Vaststaat dat boeren zich moeten houden aan de bepalingen uit de Europese Nitraatrichtlijn, die precies voorschrijft hoeveel kilo stikstof agrariërs per hectare mogen uitrijden. Brussel bepaalde vorig jaar dat het huidige Nederlandse mestbeleid, waarvan het mineralenaangiftestelstel Minas deel uitmaakt, hiervoor onvoldoende is. Er moest dus een ander mestbeleid komen.

De speelruimte voor Nederland bij het opstellen van een nieuw mestbeleid is beperkt, aldus Van Well. Brussel dicteert de normen. Dat maakt de toestand voor Nederland „lastig”, vindt de projectleider. Hij betreurt het dat Minas, oorspronkelijk gebaseerd op een idee van het CLM, het veld heeft moeten ruimen. „Met Minas kun je per bedrijf op optimale mineralenstromen sturen. Daarmee wordt een grote milieuwinst behaald. Het is maar de vraag of je die winst met het nieuwe beleid kunt vasthouden.”

Het CLM hoopte dat het nieuwe mestbeleid boeren zou stimuleren. Dat gebeurt te weinig, concludeert Van Well. LTO Nederland deelt die mening. „Er zitten nauwelijks prikkels in die boeren stimuleren goed op de mineralen in de voeding te letten”, zegt Antoon Vermeer, voorzitter van de LTO-commissie Milieu. Zijn organisatie wil juist dat boeren wel worden aangespoord om mineralen zo goed mogelijk te gebruiken. Vermeer verwacht op dit gebied nog wat van de Tweede Kamer. Hij vermoedt dat die wel genegen is prikkels in het stelsel op te nemen.

Behalve het milieu zijn ook veehouders de dupe van het nieuwe mestbeleid. De meesten kunnen voortaan minder mest op hun land uitrijden en moeten dus meer mest zien kwijt te raken op de markt. De mestafzetkosten zullen daardoor stijgen, hetgeen voor veel boeren een grote aanslag op hun inkomen kan betekenen. Een bedrijf in de intensieve veehouderij zou er tot 20.000 euro op achteruit kunnen gaan.

Van Well vindt het lastig om nu al te zeggen hoe hoog de prijzen voor mestafzet precies zullen worden. Op basis van modellen zijn al berekeningen gemaakt, maar de praktijk is soms weerbarstig. „Bij de introductie van de mestafzetcontracten werd ook gezegd dat de mestprijzen torenhoog zouden worden. Dat viel later mee.”

De komende jaren zal het wel gaan, denkt LTO-bestuurder Vermeer. Tot 2007 zullen de meeste boeren het nog wel redden, maar daarna worden de normen steeds verder naar beneden bijgesteld. Steeds meer agrariërs moeten dan mest kwijt. Akkerbouwers gaan dubbel zo goed opletten welke mest ze aankopen en of ze niet beter fosfaatarmere kunstmest kunnen gebruiken dan dierlijke mest. Met als gevolg dat veel dierlijke mest wellicht onverkoopbaar zal zijn, vreest Vermeer.

Een oplossing voor dat probleem is het verwerken van die mest tot korrels voor export naar het buitenland of verkoop via tuincentra. Deze manier van mestverwerking staat echter nog in de kinderschoenen en is best prijzig, weet Van Well. Hij verwijt minister Veerman dat die het mestoverschot dat dreigt te ontstaan niet structureel oplost, maar aan de markt overlaat. Daar moet de overheid iets aan doen, vindt de CLM’er. „Misschien door een opkoopregeling van mest in te stellen, die je dan betaalt met een heffing op vlees.”

Van Well blijft met een lastige vraag zitten. Het nieuwe mestbeleid stuurt aan op naleving van de Nitraatrichtlijn. De normen daarvoor moeten in 2009 worden gehaald. Maar daarna moet Nederland ook voldoen aan de Europese Kaderrichtlijn Water, die strenge eisen stelt aan de kwaliteit van grond- en oppervlaktewater. „Dit beleid gaat mogelijk niet ver genoeg om ook aan de normen van de Kaderrichtlijn Water te voldoen. Eigenlijk is dit beleid dus interim-beleid”, meent Van Well. „En wat gebeurt er na 2009?”

Minder pessimistisch is Vermeer. „Ik verwacht dat we met dit beleid een grote aanloop nemen naar de Kaderrichtlijn Water. Er is al volop rekening gehouden met de normen van die richtlijn.” De LTO’er constateert daarnaast dat de EU-lidstaten bij de uitvoering van de waterregels veel meer vrijheid hebben om zelf hun doelen te bepalen.

Hij verwacht zelfs dat de EU over een jaar of vijf de strikte handhaving van de Nitraatrichtlijn, die Nederland nu dwingt tot een nieuw mestbeleid, opgeeft. „Ik sluit dat niet uit. De Unie kan nooit vanuit Brussel alle lidstaten in de gaten blijven houden. Daarvoor zijn bijvoorbeeld de productieomstandigheden in de landen te verschillend.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer