Helft Nederlanders weet niet wat Pinksteren inhoudt
Nog niet de helft van de Nederlandse bevolking (47 procent) weet wat de betekenis is van Pinksteren, het feest van de uitstorting van de Heilige Geest. Dat blijkt uit een representatief onderzoek dat onderzoeksbureau TNS NIPO uitvoerde in opdracht van de NCRV-gids. De (becommentarieerde) resultaten zijn te lezen in de NCRV-gids van deze week.
TNS NIPO ondervroeg 547 Nederlanders. Van hen koos 47 procent -uit meerdere opties- de juiste betekenis van het Pinksterfeest. De overgrote meerderheid van de andere ondervraagden (41 procent) denkt dat Pinksteren te maken heeft met de opstanding van Jezus Christus. Voor de optie ”meifeest” kiest 18 procent.
Uit het onderzoek blijkt verder dat ”Hervormden” (met 76 procent) vaker dan ”Katholieken” (met 44 procent) weten te vertellen wat het Pinksterfeest inhoudt. Verder: vijftigplussers kunnen het vaakst zeggen welk heilsfeit met Pinksteren wordt herdacht (56 procent), opmerkelijk genoeg gevolgd door jonge mensen in de leeftijd van 18-34 jaar (44 procent). Personen van 35-49 jaar gaven het minst vaak het goede antwoord.
Dat het symbool voor het Pinksterfeest vuur is, weet 34 procent van de Nederlanders. Volgens 22 procent is dit echter een maretak, volgens 21 procent een pinksterbloem, terwijl 23 procent aangaf het antwoord niet te weten.
Bijna driekwart van de ondervraagden (74 procent) meldt met Pinksteren zeker geen kerkdienst te bezoeken. Een klein percentage (13 procent) is dat wel van plan, 12 procent twijfelt nog. Ook hier onderscheiden zich de ”Hervormden” van de ”Katholieken”: de laatsten gaan komende zondag en/of maandag minder vaak naar de kerk dan de eersten.
Toch is de Nederlandse bevolking gehecht aan Tweede Pinksterdag. Op de vraag of deze dag wellicht ingeruild zou moeten worden voor bijvoorbeeld een islamitische feestdag, antwoordt 90 procent ontkennend. Slechts 4 procent vindt dit een goed idee, 6 procent zegt geen mening te hebben.
Overigens: in 1996 liet de NCRV een vergelijkbaar onderzoek uitvoeren. Toen bleek, aldus dagblad Trouw vanmorgen, dat maar 27 procent van de bevolking wist wat er met Pinksteren wordt herdacht en gevierd - 20 procent minder nog dan nu. „Zo beschouwd zou de kennis onder de Nederlanders omtrent dit christelijke feest in acht jaar tijd spectaculair zijn toegenomen.”
In december vorig jaar voerde bureau Intomart in opdracht van de NCRV een onderzoek uit dat als doel had het verkrijgen van inzicht in de beleving van het Kerstfeest door de Nederlandse bevolking. Hiertoe ondervroeg Intomart 750 personen van 18 jaar en ouder. Van de (telefonisch) ondervraagden wist 26 procent niet welke bijbelse geschiedenis met Kerst centraal staat, 6 procent dacht dat dit een andere was dan die van de geboorte van de Heere Jezus. De daaropvolgende vraag luidde: „De geboorte van Jezus is het bijbelverhaal dat bij Kerst hoort. Komt u dit bekend voor?” Hierop antwoordde 88 procent met ja, 10 procent met nee. Uiteindelijk liet 4 procent weten totaal niet bekend te zijn met de kerstgeschiedenis.
Een op de zes ondervraagden was het eens met de stelling in dat onderzoek dat in het jaar 2050 niemand de betekenis van het Kerstfeest meer weet. Van de geënquêteerden was 12 procent van mening dat in 2050 de christelijke feestdagen niet meer gevierd zullen worden. De overgrote meerderheid sprak evenwel uit te verwachten dat dit wel degelijk het geval zal zijn.
In april vorig jaar ondervroeg het onderzoeksbureau Kaski in opdracht van het tv-programma Studio RKK 520 Nederlanders vanaf 18 jaar over de vraag welke betekenis Pasen voor hen heeft. Twee op de drie ondervraagden (65 procent) gaf toen aan dat dit feest voor hen geen of nauwelijks religieuze betekenis heeft.
Ongeveer de helft van alle Nederlanders, zo bleek uit het Kaski-onderzoek, weet dat christenen met Pasen herdenken dat de gekruisigde Christus uit de dood is opgestaan. Ongeveer net zo veel dus als het aantal Nederlanders dat dit jaar de vraag naar de betekenis van Pinksteren juist beantwoordde.