De Dominicaanse grensplaats Jimaní is grotendeels verwoest door de stromen water en aardverschuivingen. Ooggetuigen hebben dit gemeld uit de plaats, 200 kilometer ten westen van de Dominicaanse hoofdstad Santo Domingo.

In Jimaní zijn er volgens de chef van de burgerbescherming bijna tachtig doden geborgen en talrijke mensen worden vermist. Hij vreesde dinsdag dat het dodental zal verdubbelen. De meeste slachtoffers werden in hun slaap verrast door de stromen water en modder. In de streek viel 25 centimeter water in 24 uur tijd.

Tussen Jimaní en de Haïtiaanse hoofdstad Port–au–Prince, een afstand van circa vijftig kilometer, zijn ook veel slachtoffers te betreuren. De autoriteiten spreken van zeker veertig doden. Ten noordoosten van Port–au–Prince, is een dorp in een doorgaans droge rivierbedding door water en modder weggevaagd. In dit plaatsje vielen bijna zestig doden.

De Haïtiaanse hulpverleners schatten het aantal doden in dit land op meer dan 130. Veel van de slachtoffers in Jimaní zijn bovendien Haïtianen.

De autoriteiten in de Dominicaanse Republiek hebben dinsdag bericht dat in de minder getroffen centrale en oostelijke delen van het land zeker zeven doden vielen door het noodweer. Het water heeft grote schade aangericht in de twee Caribische republieken. Die hebben al lang last van erosie. De door roofbouw uitgeputte grond houdt geen water vast en zware regens zorgen voor snelle waterstromen.

Het regent nog steeds in het gebied. Volgens meteorologen blijft het zeker tot woensdag hard regenen met zware windstoten. Ook op Puerto Rico is uitzonderlijk veel regen gevallen. Naar schatting zestig Portoricanen hebben hun toevlucht gezocht in noodopvangcentra, zo meldden lokale media dinsdag. Op de eilanden Antigua en Barbuda zijn de scholen dinsdag gesloten wegens het noodweer. De autoriteiten vrezen daar ook overstromingen.