Theologische faculteit start BaMa-structuur
Met ingang van het nieuwe collegejaar start de theologische faculteit in Utrecht met de BaMa-structuur. De opleiding, die nu vier jaar duurt en bestaat uit propedeuse, doctoraal I en doctoraal II, wordt vervangen door een driejarige bachelorfase (Ba) en een tweejarige masterfase (Ma). De kerkelijke opleidingen blijven gewoon bestaan. In een brief zijn de oud-studenten deze week van de komende wijzigingen op de hoogte gebracht.
Een belangrijke verandering is dat voor de theologiestudie niet langer een vooropleiding klassieke talen zal worden gevraagd. In de bachelorfase krijgen studenten nu ruime keuzemogelijkheden om zelf hun eigen studieprogramma in te vullen. Zo kunnen studenten zelf kiezen welke van de klassieke talen (Grieks en Latijn) en het Hebreeuws ze zich eigen willen maken. Ook kunnen ze zelf beslissen tot op welk niveau ze de talen bestuderen. Wel krijgt elke cursus van de studie zijn eigen toelatingseisen waaraan voldaan moet worden om deel te nemen. Voorafgaand aan exegese Oude of Nieuwe Testament kan het dus noodzakelijk zijn een taal te bestuderen.
Overigens laat het overzicht met opleidingseisen zien dat elke theologiestudent twee van de drie brontalen verplicht op niveau 1 moet bestuderen. Er zijn drie niveaus. De twee talen moeten de studenten zodanig beheersen dat zij „internationale wetenschappelijke bijbelcommentaren kunnen hanteren.”
In de nieuwe, Angelsaksische structuur blijft voor het predikantschap behalve een master-diploma theologie het voltooien van een kerkelijke opleiding vereist. De kerkelijke opleidingen hebben hun toelatingseisen op het punt van de klassieke talen en het Hebreeuws „tot dusverre” echter niet gewijzigd. De Samen op Weg-kerken zijn dat ook niet van plan. Daarom adviseert de theologische faculteit zich goed te laten informeren. „Het kan een zinvol besluit zijn om de vooropleiding klassieke talen te doen.”
Het nieuwe systeem wordt ingevoerd omdat in Europees verband is besloten een ander onderwijssysteem in te voeren. Hiertoe is de Verklaring van Bologna opgesteld. De universitaire studies moeten beter op elkaar aansluiten, stelt het verdrag. Het huidige systeem van studiepunten (1 punt = 40 uur) komt te vervallen. Voortaan wordt er gewerkt met ects (European Credit Transfer System). Een studiejaar omvat 60 ects en is anderhalf keer het huidige aantal studiepunten.
Het bachelorprogramma staat voor een driejarige, breed samengestelde basisopleiding theologie, waarna in de tweejarige master-fase een specialisatie richting verschillende beroepsuitgangen volgt. De bachelorfase is enerzijds voluit academisch. Anderzijds is die ook bedoeld als brede oriëntatie in en om het gekozen vakgebied.
Het onderwijs wordt intensiever, met meer tussentijdse toetsing. Tentamenweken komen te vervallen. Een bacheloropleiding bestaat uit een majordeel van 135 ects, waarbij elke cursus 7,5 ects omvat. Voor de context is speciaal ruimte gemaakt. Elke student moet vier vakken doen die de theologie verbreden naar haar maatschappelijke, culturele, historische, literaire of godsdienstvergelijkende context.
Een kwart van de bachelorfase, 45 van de 180 ects, is als profileringsruimte aangewezen. Deze punten kan de student binnen bepaalde randvoorwaarden helemaal zelf invullen met vakken van binnen of buiten de faculteit, in binnen- of buitenland.
De faculteit gaat verder meer aandacht besteden aan studieloopbaanbegeleiding.
In de zomer van 2000 liep de discussie over de nieuwe opzet van de theologische opleidingen hoog op. De Samen op Weg-kerken waren namelijk bang dat de klassieke opleiding theologie, die zij noodzakelijk achten voor een predikant, zou verdwijnen. Overleg op het allerhoogste niveau van kerk en universiteit was nodig om de kou uit de lucht te halen.
De kerk wilde onder andere de garantie dat kennis van klassieke talen als vooropleidingseis gehandhaafd bleef. Er ligt een synodebesluit dat er 32 punten (van 40 studie-uren, red.) aan klassieke talen moeten zijn besteed. De kerk was aanvankelijk bang dat die punten verrekend zouden worden en ten koste zouden gaan van de eigen vakken van de theologie.
Ds. J. W. Roodenberg, secretaris-beheerder van het Hervormd Theologisch Wetenschappelijk Instituut (HTWI), heeft nog niet kennisgenomen van de verstuurde brief. Hij geeft aan wat de manier is waarop beide partijen elkaar destijds hebben gevonden: „Er zullen verschillende routes binnen de opleiding godgeleerdheid zijn. Daarbij is het denkbaar dat er routes zijn met minder klassieke talen.”
Welke opleidingseisen voor aanstaande predikanten gelden zal volgens hem steeds duidelijk zijn. „Het spreekt voor zich dat studenten daaraan moeten voldoen.” Of het mogelijk is dat studenten zo kiezen dat ze aan alle eisen voldoen en tegelijk hun talenstudie binnen de ruimte van de theologiestudie kunnen doen, en dus niet als extra vooropleiding, kan hij niet bevestigen. „Als ik het goed heb begrepen, wordt een deel van de ruimte in de profileringsfase gevonden. Dat is per definitie een vrij gebied. Iemand kan ook rechten gaan doen.” Overigens hoeft dit niet te betekenen dat een student in vergelijking met de huidige situatie minder aan inhoudelijk theologische vakken doet, omdat de opleiding langer gaat duren.