De aanklaagster eiste vrijdag voor de rechtbank in Alkmaar verder dat de Somaliër gedurende een proeftijd van drie jaar een meld- en behandelplicht krijgt. Daarnaast vorderde ze een drugs- en alcoholverbod en een contactverbod met de verdachte.

Deskundigen hebben vastgesteld dat M. licht verstandelijk beperkt is. Hij zou op de betreffende avond verminderd toerekeningsvatbaar zijn geweest door overmatig alcoholgebruik. De aanklaagster zei zich te kunnen vinden in hun adviezen ten aanzien van de straf, maar niet in de conclusies. „Deze verdachte is zelf volledig verantwoordelijk voor zijn gedrag en zijn consequenties”, sprak ze.

De officier van justitie ging niet in op de publieke verontwaardiging die deze week de kop opstak naar aanleiding van de steken die de politie in het onderzoek zou hebben laten vallen. Wel doorliep ze in chronologische volgorde alle stappen die de politie gedurende het onderzoek heeft gezet.

Het slachtoffer zei vrijdagmiddag in een emotioneel betoog dat het incident met M. haar leven volledig heeft verwoest. „Ik heb herbelevingen, paniekaanvallen en ik blijf me smerig voelen. Ik ben blij dat ik nog leef, maar daar is altijd mee gezegd. Ik heb voor mijn leven moeten vechten. Ik weet zeker dat ik dood was geweest als hij niet was gestoord.”

De advocaat van M. noemde het te prijzen dat politie en justitie „eerst eens fatsoenlijk onderzoek hebben gedaan” voordat zijn cliënt werd opgepakt. Hij zei door alle media-aandacht voor hem te vrezen zodra hij straks vrijkomt. Bovendien is hij bang dat zijn cliënt zijn verblijfstatus verliest bij een straf hoger dan een jaar. Omdat volgens hem veel bewijs ontbreekt, vroeg de strafpleiter matiging van de straf.

Uitspraak 23 juni.