Hogere straffen in Posbank-zaak
De rechtbank heeft twee mannen woensdag veroordeeld tot gevangenisstraffen van veertien en zestien jaar voor het doden van Alex Wiegmink in wat wel de Posbankmoord wordt genoemd. De straffen zijn hoger dan geëist. De rechtbank vindt namelijk dat er sprake is van gekwalificeerde doodslag, oftewel doodslag onder strafverzwarende omstandigheden.
De 44-jarige huisschilder Alex Wiegmink uit Drempt werd op 20 januari 2003 doodgeschoten op de Posbank in Rheden (Gelderland). Zijn lichaam werd niet veel later verkoold teruggevonden in zijn uitgebrande auto in het Brabantse Erp.
Tegen de twee, een 44-jarige man uit Veghel en een 56-jarige man uit Boekel, was dertien jaar cel geëist voor doodslag en brandstichting. De rechtbank vindt het bewezen dat de mannen Wiegmink samen hebben gedood. Daarna hebben ze zijn lichaam in diens eigen auto gelegd en zijn ze naar de bossen bij Erp gereden. Daar hebben ze de auto en het lichaam in brand gestoken.
Over het waarom van het misdrijf lopen de verklaringen uiteen. De 56-jarige man zei dat ze uit waren op de auto van Wiegmink, om te gebruiken bij een gewapende overval. De andere man (44) stelde dat het slachtoffer hen betrapte tijdens het voorbereiden van een drugsdeal. Voor deze twee scenario’s is geen objectief bewijs gevonden, maar de rechtbank stelt dat deze verklaringen wel doodslag onder strafverzwarende omstandigheden rechtvaardigen.