Miljardenpot voor Europese defensie
Het defensiefonds waarmee EU-landen samen wapens, helikopters, robots, encryptiesoftware of onbemande onderzeeërs kunnen ontwikkelen en kopen, begint vorm te krijgen. De Europese Commissie wil er tot 2020 590 miljoen euro in steken en daarna minstens 1,5 miljard per jaar.
Met bijdragen uit de lidstaten moet het fonds jaarlijks minstens 5 miljard euro aan investeringen mogelijk maken, aldus de commissie woensdag. Voor onderzoek is verder tot 2020 90 miljoen beschikbaar, en daarna een half miljard per jaar. De regeringsleiders hadden het dagelijks EU-bestuur in december opgeroepen vaart te zetten achter de uitwerking van het fonds.
De EU-landen hebben nu 178 verschillende wapensystemen. Zo zijn er zeventien soorten gevechtstanks, terwijl de VS één type hebben. Meer samenwerking en afstemming op defensiegebied zou tussen de 25 en 100 miljard euro kunnen vrijspelen. Een enorme impuls voor de defensie-industrie, is de verwachting. Alleen projecten waaraan minstens drie bedrijven uit twee lidstaten meedoen komen in aanmerking voor financiering uit het defensiefonds.
Volgens minister Koenders van Buitenlandse Zaken gaat het niet alleen om meer geld, maar ook om „politieke wil om werkelijk stappen te zetten”. „Wat mij betreft zijn er op voorhand geen taboes.” Koenders ziet het als „een direct Nederlands belang in de kopgroep te zitten”. Maar geen dubbelingen met de NAVO en geen opmaat naar een Europees leger, benadrukt hij. „Dat wil niemand. Elk land beslist zelf over de inzet van de eigen eenheden. Dat is zo en dat blijft zo.”
Naast de brexit en de terugtrekkende bewegingen van president Trump, zijn de cyberaanvallen, terreuraanslagen en de dreiging die van Rusland uitgaat reden voor Europa om meer verantwoordelijkheid te nemen voor zijn eigen veiligheid.
Als het aan de Europese Commissie ligt zou het tempo omhoog kunnen. In een ‘reflectienota’ presenteerde zij woensdag drie opties voor de toekomst. Een Europees leger is daar niet in opgenomen, maar „Europa moet wel het heft in eigen handen nemen”. „Versterking van de veiligheid is een must.”
Voortgaan op de huidige versnipperde weg is volgens de commissie ontoereikend gezien de uitdagingen. De tweede optie is veel nauwere samenwerking, zowel financieel als operationeel. In de derde variant zouden de nationale krijgsmachten nog veel sterker samen optrekken: legeronderdelen bundelen en het opzetten van een gezamenlijk defensiebeleid, dat grote militaire operaties mogelijk maakt.
Die laatste optie ligt erg gevoelig bij veel lidstaten. De regeringsleiders worden geacht eind dit jaar knopen door te hakken over de weg naar de EU in 2025.