Angstgevoel over EU is onterecht
ChristenUnie-leden zijn negatiever gaan denken over de Europese Unie, blijkt uit een enquête die vorige maand werd gepubliceerd. Dat is jammer, schrijft Sander Huisman , want de EU kan juist veel voor haar burgers betekenen. Vooral tegenover de ontwerpgrondwet voor de EU zou de ChristenUnie zich positiever mogen opstellen.Op 10 juli 2003 heeft de Europese conventie haar werkzaamheden afgesloten. Deze conventie, die plaatsvond in Laken, begon in februari 2002 onder leiding van Giscard d’Estaing, oud-president van Frankrijk. Zij moest een nieuwe intergouvernementele conferentie (igc) voorbereiden. Het doel van deze conventie was onder meer de kloof tussen de Europese burgers en de Europese instellingen te overbruggen. Het hoogtepunt van de vergadering moest de presentatie zijn van een voorstel voor een Europese grondwet. Aldus geschiedde: eind juni 2003 ontving de Europese Raad van Thessaloniki het ontwerp positief.
Helaas mislukte de daaropvolgende igc te Rome, omdat de regeringsleiders het niet eens konden worden over de definitieve tekst. Toch ligt er nu een voorstel voor een Europese grondwet. Maar is Europa nu ook daadwerkelijk dichter bij de burger komen te staan?
Grondwettelijk verdrag
Eigenlijk is de Europese grondwet een verdrag waarin alle sinds het ontstaan van de Europese Gemeenschap (EG) gesloten verdragen worden samengevoegd, opnieuw geformuleerd en voor een deel vernieuwd. Deze samenvoeging is overzichtelijk. Wel is het meer dan een verdrag, omdat de bevoegdheden van de verschillende Europese instellingen en de rechten van de burgers erin zijn vastgelegd. Het beste kan dit document een ”grondwettelijk verdrag” worden genoemd.
De grondwet begint met een preambule. Daarin wordt vermeld welke waarden aan de Europese beschaving ten grondslag liggen en daarmee onze geschiedenis hebben bepaald. Dit is naar mijn mening ook nodig, zodat ons land samen met de tien toegetreden lidstaten kan laten zien wat ons bindt en welke waarden en normen wij in Europa hanteren.
In het eerste deel worden nogmaals de gedeelde Europese waarden opgesomd en de doelstellingen van de Europese Unie (EU) geformuleerd. Deze zijn volgens artikel 3 (1,2): vrede en welzijn van haar volkeren bevorderen en vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid aan haar burgers garanderen. Dit artikel geeft een mooie ontwikkeling weer van wat de oorspronkelijke EG was en wat de EU vandaag is. De Europese organisatie heeft zich namelijk ontwikkeld van een strikt functionele economische gemeenschap tot een Unie met vrij verkeer van personen, een gemeenschappelijk monetair en economische beleid (de euro), een gemeenschappelijke criminaliteitsbestrijding (Europol) enzovoorts.
Rechtspersoonlijkheid
In artikel 6 wordt vermeld dat de Unie rechtspersoonlijkheid krijgt, zodat zij als geheel toe kan treden tot verdragen als het Europese Verdrag van de Rechten van de Mens (EVRM). In het tweede deel wordt aangegeven dat de EU als geheel wil toetreden tot dit EVRM, zodat de nationale lidstaten dit niet meer afzonderlijk hoeven te doen. Verder wordt expliciet aangegeven wat burgerschap van de EU inhoudt en welke rechten en plichten daaraan kunnen worden ontleend. De Europese overheid biedt straks de meest complete bescherming van de burgerrechten tot nu toe in de geschiedenis.
Bij eventuele schending van het EVRM door EU-instellingen kan voortaan worden geklaagd bij het mensenrechtentribunaal in Straatsburg. In het derde deel wordt precies vastgesteld, door middel van lijstjes, wat Europa beslist, wat de nationale autoriteiten beslissen en wat gezamenlijk wordt beslist, geheel volgens het huidige EG-verdrag (artikel 5 EG).
Ook wordt de in Maastricht ingevoerde pijlerstructuur afgeschaft. De besluitvormings- en wetgevingsinstrumenten worden hierdoor vereenvoudigd en beperkt. Dit komt de transparantie van het EU-optreden ten goede. Verder krijgt de EU meer bevoegdheden op het vlak van justitie en binnenlandse zaken, wat noodzakelijk is om de grensoverschrijdende criminaliteit aan te pakken en te komen tot een Europees asielbeleid. Het vierde deel ten slotte bevat de algemene en slotbepalingen, met de voorwaarden voor eventueel toe te treden nieuwe leden.
Angst
Het is een illusie te denken dat als er een Europese grondwet komt Europa ook automatisch dichter bij de burger komt te staan. Het is daarom van belang dat de burger -en ik praat nu specifiek over de Nederlandse burger- positiever gaat denken over de Europese Unie en over wat zij voor hem of haar kan gaan betekenen. Er wordt dikwijls een onterecht angstgevoel aangepraat („het machtige en grote Europa”) en slechts in negatieve termen over Europa gesproken. Hierbij denk ik bijvoorbeeld aan de overdreven discussie en de maatregelen omtrent de voorspelde massale toetreding van Poolse arbeiders tot de Nederlandse arbeidsmarkt. Sommige nationale politici en sommige media maken zich schuldig aan deze negatieve beeldvorming.
Deze angst wordt geïllustreerd door een onderzoek van het bureau Intomart in opdracht van NRC Handelsblad in september 2003. Hieruit blijkt dat van de 500 ondervraagde mensen 27 procent denkt dat de Europese grondwet de nationale grondwet zal vervangen, terwijl hier absoluut nooit sprake van is geweest. Integendeel, de nationale soevereiniteit is juist gewaarborgd door dit voorstel voor een Europese grondwet. Er ligt daarom een taak voor de opvolger van de heer Bolkestein. Hij of zij moet namelijk als nieuwe eurocommissaris Europa beter verkopen dan Bolkestein heeft gedaan.
Dat wil niet zeggen dat Bolkestein zijn taak niet goed heeft gedaan. Integendeel, hij heeft zeer deskundig gehandeld als eurocommissaris voor onder andere de interne markt, waarbij hij zeer werd gerespecteerd door zijn collega’s. Maar hij heeft Europa niet echt dichter bij de Nederlandse burger gebracht.
Voorbarig
Van meet af aan heeft de ChristenUnie zich kritisch opgesteld tegenover een eventuele Europese grondwet. Wel is de Europese fractie van de ChristenUnie van harte voorstander van bijvoorbeeld toetreding van de EU tot het EVRM, zoals zij dat verwoordt in ”Kiezen op een kruispunt. Een politiek commentaar op de voorstellen van de Europese Conventie”. De kritische houding is mijns inziens gedeeltelijk terecht. De Europese fractie vindt bijvoorbeeld een handvest van grondrechten naast het EVRM overbodig. Dat klopt, het EVRM op zichzelf voldoet al in ruime mate. Daar hoeft geen handvest naast.
Maar de kritische houding heeft ook en vooral te maken met het feit dat de fractie vindt dat een Europese grondwet bijdraagt aan een federaal Europa, iets waar de CU zich altijd tegen zal verzetten. Dat is naar mijn mening een ietwat voorbarige conclusie. Zeker omdat sinds het begin van de Europese integratie het streven was -zoals in de Europese verdragen stond- een „ever closer Union” tussen de lidstaten te creëren. Dit is nu geschrapt. Bovendien is de rol van de Europese Raad en het Europees Parlement versterkt, evenals de rol van nationale parlementen.
Dat ook de leden van de ChristenUnie niet al te enthousiast zijn over alles wat met Europa te maken heeft, blijkt uit een enquête die in april 2004 werd gepubliceerd in Denkwijzer, het studieblad van het wetenschappelijke instituut van de ChristenUnie, en die werd gehouden onder verschillende ChristenUnie-leden. Hieruit blijkt onder andere dat in de afgelopen tien jaar 34 procent van de deelnemers negatiever is geworden en 24 procent net zo negatief is gebleven. Dat is jammer, omdat de EU veel voor haar burgers kan betekenen.
Joods-christelijke traditie
De discussie binnen de ChristenUnie over de Europese grondwet ging vooral over de preambule. In het voorstel wordt namelijk niet verwezen naar de Joods-christelijke traditie als invloedrijke stroming in de Europese geschiedenis en wel naar het humanisme en de Verlichting. Deze discussie is mijns inziens terecht, omdat aan de grote rol van de Joods-christelijke traditie in de Europese geschiedenis geen recht wordt gedaan.
De ChristenUnie zou zich echter wat mij betreft wat positiever mogen opstellen tegenover dit voorstel voor een Europese grondwet. Nooit eerder zijn de rechten van de burgers zo goed gegarandeerd als in deze grondwet en werden de bestuurlijke grenzen van Europa zo strikt aangegeven. Daarom alleen al heeft dit voorstel tot een Europese grondwet zin. Van een aanzet tot een federaal Europa is vooralsnog geen sprake. Een Europese grondwet: best belangrijk!
De auteur is student internationale betrekkingen/internationale organisaties aan de Rijksuniversiteit Groningen, steunfractielid van de ChristenUnie-fractie in Groningen en lid permanente campagne van de landelijke ChristenUnie. Dit artikel is op persoonlijke titel geschreven.