Vooral de vrouw van premier Thaksin, Pojaman Shinawatra, kreeg het afgelopen week zwaar te verduren. De oppositie denkt dat ze voordeel heeft gehaald uit haar innige band met de machtigste man van het land bij de koop van een groot en exclusief gelegen perceel in het hartje van de hoofdstad. Volgens parlementsleden van de Democratische Partij was mevrouw Pojaman de enige bieder en zou de prijs van 772 miljoen baht (16 miljoen euro) ver onder de marktprijs liggen. Er werden ook vragen gesteld bij de aanleg van een openbare weg die langs een vastgoedproject voert dat ook in handen is van de vrouw van de premier.

Premier Thaksin heeft fortuin gemaakt aan het hoofd van het telecommunicatiebedrijf Shin Corp. Voordat hij in de politiek stapte, droeg hij de controle over zijn zakenimperium over aan familieleden. Die verwanten van de premier bezitten samen voor 1,1 miljard baht (22,5 miljoen euro) aan huizen en gronden in Thailand. Nog een heleboel andere kabinetsleden hebben voor meer dan een miljard baht (21 miljoen euro) vastgoed op hun naam staan.

Ook Shin Corp profiteert er volgens de oppositie van dat zijn voormalige voorman nu de regering leidt. Het vertrouwensdebat draaide om het vermoeden dat het kabinet beslissingen heeft genomen die in het voordeel waren van de telecommunicatiegigant. „In 2000 boekte de Shin-groep 42 miljard baht aan inkomsten en een winst van 8 miljard baht; toen Thaksin in 2001 premier werd, stegen die bedragen tot respectievelijk 94 en 26 miljard baht”, rekende volksvertegenwoordiger Satiti Wongnongtoei het parlement voor. „Het is opmerkelijk dat de groep zo snel zo veel rijker werd.”

Vice-premier Wan Muhamad Noor Mathat kreeg verder het verwijt dat hij een miljoenencontract zou hebben toegespeeld aan een computerbedrijf waarin de familie van Thaksin de meerderheid van de aandelen bezit, terwijl de minister van Transport zich voor de kar zou hebben laten spannen van Air Asia, een goedkope luchtvaartmaatschappij die gecontroleerd wordt door Shin Corp.

Thaksin, wiens partij Thai Rak Thai over een comfortabele meerderheid beschikt in het parlement, fulmineerde zaterdag in zijn wekelijkse radiopraatje dat de oppositie tijdens het debat zijn goede naam en die van zijn familie in de grond probeerde te boren in plaats van, zoals voorzien, het regeringsbeleid aan een kritisch onderzoek te onderwerpen.

De discussie lijkt nog niet beëindigd. Volgens Banyat Bantadtan, de leider van de Democratische Partij, hebben de discussies van vorige week de sluier opgelicht over „ongeveer 60 procent van de onregelmatigheden die door hoge overheidsmedewerkers zijn begaan.”

De Thaise regering moet binnen acht maanden parlementsverkiezingen uitschrijven. De zaak komt dus ongelegen. De Thai Rak Thai-partij en de regering van Thaksin liggen al onder vuur voor de onhandige manier waarop de overheid de vogelpestcrisis van begin dit jaar aanpakte. De overheid lijkt ook niet goed raad te weten met het escalerende geweld in de zuidelijke, overwegend door moslims bewoonde provincies. Ten slotte stuit de regering op veel weerstand met haar plannen om het nationale elektriciteitsbedrijf te privatiseren. Een en ander heeft de populariteit van de premier behoorlijk aangetast. In december stond nog 80 procent van de Thai achter hem, bij een recente peiling was dat aandeel geslonken tot 59 procent.