Zijn er schapen die afgedwaald zijn in leer of in leven? Die zal een goede herder weer terecht zoeken te brengen. „Het verlorene zal Ik zoeken en het weggedrevene zal Ik wederbrengen”, Ezechiël 34:16. Zo’n leraar is een getrouwe herder, die getrouw is achter de Heere aan. Zo erkent hij dat hij een dienaar is die de kudde uit last en naam van Israëls God weidt. De Heere is immers de grote Herder van de schapen. Zo bedienen zij dat ambt onder en achter de Heere. De Heere gehoorzaam te volgen, gelijk een knecht zijn heer volgt, zo betaamt het alle leraars het Lam te volgen, waar het ook heengaat.Daarom zeiden de profeten: „Zo zegt de Heere der heirscharen.” Dan zullen zij in de waarheid blijven en niet afwijken. Een leraar moet in al zijn spreken en leren ernstig zijn en de zonden in hun schrikkelijkheid voorstellen. Zij moeten de huize Jacobs hun overtredingen verkondigen, zonder aanzien van de personen, al was het de koning. Een goede herder dringt aan zoals Jeremia. Hij heeft immers dikwijls zeer harde en scherpe taal gebruikt door overtuiging, bestraffing en bedreiging met Gods toorn en oordelen. Want als men een onweer aan de hemel ziet groeien, drijft men de kudde sterk aan om een schuilplaats te zoeken. Dat deed Jakobus ook, als hij zegt: „Heden zo gij Zijn stem hoort, verhardt uw hart niet.”

Joh. Groenewegen, predikant te Werkendam (Verzameling van 14 predikatiën, 1766)