Filipijnse soldaten gedood door eigen vuur
De inzet van legervliegtuigen tegen aan IS gelieerde opstandelingen op de Filipijnen ging woensdag dramatisch mis. Zeker tien militairen kwamen in de stad Marawi om het leven door een bombardement van de eigen luchtmacht.
Het leger probeert al ruim een week om de rebellen te verdrijven uit de stad op het eiland Mindanao. De strijdkrachten hebben eerder grondtroepen en gevechtshelikopters ingezet tegen de extremisten. De legervliegtuigen van het type SF-260 kwamen er woensdag voor het eerst in actie.
Door de luchtaanval op het centrum van Marawi kwamen tien militairen om het leven. Zeven anderen raakten gewond, zei minister Delfin Lorenzana (Defensie) donderdag op een persconferentie. „Er moet een fout zijn gemaakt door iemand die aanwijzingen gaf vanaf de grond of de piloot”, concludeerde hij.
De strijd in Marawi begon op 23 mei. Opstandelingen van de Maute-beweging veroverden toen gebouwen, staken andere panden in brand en namen mensen in gijzeling. Ook slaagden de opstandelingen erin wapens te stelen van de autoriteiten en medestanders te bevrijden uit de gevangenis.
De Filipijnse president Rodrigo Duterte zei donderdag dat de opstand op Mindanao niet het werk is van de Maute-beweging, maar dat terreurbeweging Islamitische Staat verantwoordelijk is voor het geweld. Volgens de president zoeken jihadisten die zijn verdreven uit Irak en Syrië een nieuwe uitvalsbasis.
Minister Lorenzana had eerder al verklaard dat meerdere buitenlandse strijders zijn gedood in de gevechten. Die opstandelingen zouden onder meer afkomstig zijn geweest uit Saudi-Arabië, Maleisië, Indonesië, Jemen en Tsjetsjenië.