VS leggen terecht vinger bij functioneren Mensenrechtenraad
De Amerikaanse VN-ambassadeur Nikki Haley bezoekt volgende week de VN-Mensenrechtenraad in Genève. Ze zal daar een toespraak houden – de eerste speech die een Amerikaanse vertegenwoordiger voor de raad houdt.
Het bezoek is niet bedoeld om de banden met deze instantie aan te halen. Integendeel. Haley wil met de leden spreken over de zienswijze van de Verenigde Staten op een „effectief functioneren” van de raad.
Want van effectief functioneren is volgens Washington al jarenlang nu niet bepaald sprake. Neem de talloze resoluties die de raad in de loop der tijd tegen Israël heeft aangenomen. Terwijl grove mensenrechtenschendingen in andere landen niet of nauwelijks aan de orde komen.
Bovendien zetelen in de Mensenrechtenraad leden uit landen die het zelf niet zo nauw nemen met de rechten van het individu. Zij zijn echter lid van de Verenigde Naties en hebben als zodanig officieel de bevoegdheid om in dit orgaan zitting te nemen. Maar dat neemt niet weg dat er regelmatig van eenzijdigheid en partijdigheid sprake is.
Daar heeft Israël al keer op keer de vinger bij gelegd. Niet voor niets reist Haley na haar bezoek aan Genève door naar de Joodse staat. Daar zal met bovengemiddelde belangstelling kennis worden genomen van haar gesprekken met de Mensenrechtenraad.
De vraag is of de Verenigde Staten na het optreden van Haley nog wel enige bemoeienis met de VN-Mensenrechtenraad zullen hebben. Momenteel zijn de VS lid van de 47 leden tellende instantie. Het Witte Huis heeft al duidelijk gemaakt dat de VS „veranderingen” willen zien. Als die na de gesprekken van Haley niet duidelijk worden, zal Amerika zich terugtrekken, is de boodschap vanuit Washington.
De vraag is of de soep zo heet zal worden gegeten als hij wordt opgediend. De Amerikaanse president Trump heeft zich eerder in soortgelijke bewoordingen over de NAVO uitgelaten. Het bondgenootschap was volgens hem achterhaald. Eenmaal aangetreden als staatshoofd bevestigde hij de warme Amerikaanse betrokkenheid bij de trans-Atlantische verdragsorganisatie.
Of de soep nu koud of warm wordt gegeten, feit is dat het Witte Huis steeds meer signalen uitzendt dat de Verenigde Staten een andere rol op het wereldtoneel willen spelen dan de internationale gemeenschap tot nu toe gewend was.
Dat past in de visie van Donald Trump, die hij ook in zijn verkiezingscampagne met verve heeft verkondigd: ”Amerika eerst”. Een isolationistische politiek, waarbij eigenbelang voorgaat.
Nu zal de eventuele beëindiging van het Amerikaanse lidmaatschap van de VN-Mensenrechtenraad geen schokgolven op het internationale toneel teweegbrengen. Maar de wereld zal wel serieus rekening moeten houden met een wijziging in het Amerikaanse buitenlands beleid en minder bemoeienis vanuit Washington moeten accepteren.
De vraag is welk antwoord met name Europa daarop heeft. Vooral nu de Europese samenhang onder druk staat, door de brexit en steeds meer opkomend populisme.