Wanhopige vissers zoeken steun in Brussel
Het verbod om ongewenste bijvangst terug in zee te gooien maakt Nederlandse vissers „wanhopig”. De zogeheten aanlandplicht stoot hen het brood uit de mond en dreigt het einde van de Nederlandse kottervisserij te betekenen, stellen vissers die dinsdag een petitie met 23.000 handtekeningen aanbieden in Brussel.
De maatregel wordt sinds 2015 geleidelijk wordt ingevoerd en geldt in 2019 voor alle vissers. Het is onder meer de bedoeling dat de regeling vissers dwingt maatregelen te nemen om bijvangst te beperken en daarmee voedselverspilling tegen te gaan. De bijvangst telt mee in de vangstquota die er gelden voor vissoorten. Veel bijvangst betekent minder inkomsten.
Na een manifestatie bij het gebouw van de Europese Commissie trokken de vissers naar het Europees Parlement. „De aanlandplicht is een van de domste besluiten ooit in Brussel” zei Peter van Dalen (ChristenUnie/SGP), lid van de Visserijcommissie van het EU-parlement. „Een onbegrijpelijke stommiteit.” Hij ziet bij zijn collega’s steeds meer twijfel over het nut en pleit voor versoepeling.
„Vissers komen niet snel naar Brussel, dus het is menens. Geef babyvis een kans”, klonk het. Voorzitter Job Schot van de actiegroep Eendracht Maakt Kracht: „Het is een besluit van bureaucraten die alleen maar water uit de kraan hebben gezien. Wij willen vissen als vrij man.”
De Tweede Kamer riep het kabinet in december op „alles in het werk te stellen” om de aanlandplicht op te schorten.