Consument

Over kant: hip product, oude techniek

Kant is (weer) in. In het modebeeld is dit materiaal prominent aanwezig. De kans is groot dat het kant waar deze jurken en rokjes van zijn gemaakt ver weg in een lagelonenland is geproduceerd. Ongetwijfeld machinaal. Want met de hand kantklossen is monnikenwerk, al is het een rustgevende bezigheid, vindt Femmy Florijn-Hoefnagel.

Geertje Bikker-Otten
29 May 2017 10:30Gewijzigd op 16 November 2020 10:39
Kantklosser Femmy Florijn: „Het fragiele van kant vind ik prachtig. Ik houd van fijn.” beeld RD, Henk Visscher
Kantklosser Femmy Florijn: „Het fragiele van kant vind ik prachtig. Ik houd van fijn.” beeld RD, Henk Visscher

Al heeft Nederland geen echte kanttraditie, tot 2006 was er in het Noord-Limburgse Horst nog wel een kantfabriek in bedrijf. Inmiddels is het een museum. Je kunt er zien hoe je met behulp van machines kant kunt maken. Dat is niet alleen interessant voor handwerkliefhebbers. Met het project Kantvernieuwing 2.0 probeert het museum een brug te slaan tussen oude technieken en hedendaags design.

Toen de kantfabriek in 2006 dreigde te gaan sluiten is, op initiatief van de lokale oudheidkamer, alles in het werk gesteld om het pand en een deel van de inventaris te behouden. In 2009 opende Museum de Kantfabriek zijn deuren. Met zes originele werkende kantklosmachines en een eveneens operationele kantbreimachine, geheel gerund door vrijwilligers.

Nederland heeft geen echte kanttraditie, zoals bijvoorbeeld Duitsland en België, vertelt Tineke Geurts, coördinator exposities van het museum. „Daar heb je nog altijd kantfabrieken, al hebben die ook moeite het hoofd boven water te houden.”

Vlechttechniek

Als je helemaal naar de essentie teruggaat is kant, zegt Geurts, niet meer dan een combinatie van draadjes en gaatjes. „Het gaat om de open structuur. Je kunt op allerlei manieren kant maken. Klossen is eigenlijk een vlechttechniek. Maar je kunt ook kant breien of weven.”

Met de hand kant klossen is monnikenwerk. „Een stukje ter grootte van een postzegel: zo veel kun je in een uur ongeveer maken”, zegt Geurts. Daarom was het eeuwenlang een luxeproduct. De uitvinding van de klosmachine, rond 1870, bracht kant binnen het bereik van de gewone man. „Zo’n machine maakt per uur 7 meter kant. Een heel verschil.”

In het museum liggen nog de grote monsterboeken (formaat behangboek) waarmee de vertegenwoordiger van de Horster kantfabriek voorheen de klanten afging. En er staan dozen met daarin voorbeelden van het kant dat in de loop der jaren op de klosmachines is gemaakt. „Je kunt voor kant allerlei soorten garen gebruiken. Maar hier werd vaak met ongebleekte katoen gewerkt. Mensen gebruikten het voor huishoudelijke doeleinden, dus het moest wasbaar zijn. Lakens kregen een randje van kant, lampenkappen werden ermee afgewerkt, kastplanken werden ermee versierd.”

Douchegordijn Wilhelmina

Op de kantklosmachines in de fabriekshal wordt nog altijd kant gemaakt. Niet voor commerciële doeleinden maar voor speciale opdrachten. Geurts vertelt dat hier een paar jaar geleden nieuw kant op basis van oude patronen is gemaakt voor het douchegordijn in de badkamer van koningin Wilhelmina in Paleis Het Loo.

Maar ze vindt het zo mogelijk nog leuker dat ze op verzoek van kunstenaars ook wel kant voor eigentijdse projecten maken. Dankzij het project Kantvernieuwing 2.0 is het museum in staat om daarbij met nieuwe patronen te werken. „Een paar van onze mensen hebben in Duitsland een opleiding voor patronneur gevolgd. Zij kunnen een ontwerp omzetten in een zogenaamd jacquardpatroon. Dat heb je nodig om een klosmachine aan te sturen. Vergelijk het maar met een kaart met gaatjes in een draaiorgel”, zegt Geurts.

Tijdens de rondleiding door het museum worden de kantbreimachine en een van de kantklosmachines –daterend uit de jaren dertig van de vorige eeuw– aangezet om te demonstreren hoe het maken van kant in zijn werk ging. „Wat wij hier hebben, een kantfabriek met functionerende oude machines waar je het hele proces kunt zien, dat is wereldwijd uniek”, zegt Marcella Dings, voorzitter van het museum. Maar ook zij kijkt graag vooruit. „We willen graag met oude technieken een vertaalslag naar deze tijd maken.” Een voorbeeld daarvan is de samenwerking met Anny&, een ontwerpduo dat oude ambachten en hedendaags design met elkaar verbindt.

Liefhebbers van bijzondere handwerktechnieken kunnen hun hart ophalen in de bibliotheek van het museum, waar zo’n 10.000 verschillende titels op de planken staan. „Ik denk dat we zo ongeveer alles wat er over handwerken beschikbaar is in huis hebben, in allerlei talen. Zelfs in het Chinees”, zegt Geurts. Het is een bibliotheek, dus de boeken kunnen worden geleend.

Klossen is rustgevend

Handwerkliefhebster Femmy Florijn-Hoefnagel (60) uit Scherpenzeel maakte in de jaren tachtig al kennis met het zelf klossen van kant. De techniek bleef haar sindsdien intrigeren. Sinds een jaar of vier legt ze zich er serieus op toe. En komt ze niet meer aan borduren en haken toe. „Het is goed om je op een ding te focussen.”

„In de jaren tachtig was ik geabonneerd op ”Het complete handwerken”, de indertijd bekende serie met die rode mappen. Toen heb ik voor het eerst geprobeerd iets te kantklossen. Daarna heb ik nog een paar keer een poging gedaan.” Maar de omstandigheden werkten niet mee. Haar kinderen waren nog jong en daardoor was het te beweeglijk in huis. Dat is niets gedaan in combinatie met kantklossen. „De klosjes raken gemakkelijk in de war.”

Vier jaar geleden ging ze op zoek naar iemand die haar de techniek van het kantklossen kon leren. Er ging een wereld voor haar open. „Ik heb heel veel van mijn docente geleerd. Al denk ik dat ik eigenlijk alleen nog maar de basis beheers. Er zijn zo veel technieken en soorten kant. Je bent als je je eenmaal op kant gaat richten nooit uitgeleerd.” Ze somt een aantal soorten op: Russisch kant, Liers kant, Brugs kant, Hollands kant. En nog veel meer. „Voordat ik op les ging wist ik daar niets van.”

Door haar docente kwam Florijn in contact met andere kantklosters, zowel binnen als buiten Nederland. „Ik had geen idee dat er zo veel mensen zijn die zich hiermee bezighouden. In Duitsland, Denemarken en Rusland, bijvoorbeeld, is er nog altijd heel veel belangstelling voor kant.”

Inmiddels zit de Scherpenzeelse in het bestuur van de Landelijke Organisatie Kant Kunst (LOKK), waar zo’n zeventig Nederlandse kantkringen bij aangesloten zijn. „Ik vind het belangrijk om me ervoor in te zetten dat dit oude handwerk niet verloren gaat.”

Fragiel

Florijn vindt kantklossen een rustgevende bezigheid. „Als je met een nieuw patroontje begint moet je het eerst onder de knie krijgen. Maar daarna herhaalt het zich steeds weer.” Ze werkt het liefst met heel dunne Egyptische katoen. „Het fragiele van kant vind ik prachtig. Ik houd van fijn. Maar er zijn ook mensen die met dikker draad klossen, bijvoorbeeld voor sjaals. Of met metaaldraad, voor sieraden.”

In de woonkamer heeft haar kantkloskussen –op een standaard– een vaste plaats. „Als ik een rustig moment heb, kan ik zo verder.” Voor andere hobby’s als haken en borduren gunt ze zich geen tijd meer. „Dat heb ik aan de kant gezet. Het is denk ik goed om je op één ding te focussen. Hoe beter je een techniek beheerst, hoe leuker het wordt.”

Ze klost voornamelijk meterkant: een bandje met een patroon dat zich steeds herhaalt. „Dat vind ik het leukst om te doen. De LOKK zet iedere maand een nieuw patroontje op de website. Dat ga ik dan uitproberen. Daar leer je veel van.”

Kantklossen is op zich niet ingewikkeld, vindt Florijn. „Ze zeggen weleens dat iedereen die tot vier kan tellen het kan leren.” Alles is gebaseerd op twee slagen, de netslag en de linnenslag. Zeg maar: manieren waarop je de draden om elkaar heen slaat. „Je werkt steeds met vier klosjes, in twee paren. Als je een draadtekening en een werktekening kunt lezen, kom je al een heel eind. Maar de fijne kneepjes leer het best als iemand ze je voordoet.”

V-hals

Het eindresultaat is, als er dun draad wordt gebruikt, heel fragiel. Maar de techniek is op zich niet verfijnd, vindt Florijn. „Het zetten van de spelden op basis van het patroon is wel precisiewerk. Dat zijn eigenlijk de steunpunten voor de knopen in het werk. Zo bepaal je hoe het kant eruit komt te zien.”

Ze heeft voor een paar mensen weleens een kastrandje geklost. „Maar geen 10 meter, hoor, dat duurt veel te lang en dan is het ook niet meer leuk om te doen.” Voor zichzelf kloste ze een kantje als afwerking in een V-hals van een shirt. „Maar ik ben er nog niet uit welk materiaal ik daarvoor het best kan gebruiken. Het Egyptische katoen waar ik veel mee werk gaat in de wasmachine helemaal in elkaar zitten. Dus dat moet je na elke wasbeurt stijven en opspannen. Ik denk dat ik ander materiaal moet gebruiken. Maar wat, daar ben ik nog niet uit.”

LOKK is bijna jarig

Museum de Kantfabriek is feitelijk een museum voor handwerktechnieken. Tot 8 oktober is de expositie ”Bloemen bloeien op papier”, op basis van een verzameling unieke, met de hand gekleurde negentiende-eeuwse borduurpatronen, te bezichtigen. De expositie laat de originele biedermeierpatronen –alle met bloemen–, antiek borduurwerk maar ook hedendaagse interpretaties van de historische patronen zien.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer