Koning neemt afscheid van Cityhopper
De koning in de cockpit. Het was een van de vorstelijke berichten in de achterliggende week: koning Willem-Alexander haalt in een Cityhopper van de KLM de 150 vlieguren per jaar die hij nodig heeft om zijn brevet als piloot te behouden.
Dinsdag ging hij op de foto bij zijn laatste vlucht op de Cityhopper: op en neer naar het Noorse Stavanger. De koning laat zich momenteel omscholen voor het vliegen met een Boeing 737.
Willem-Alexander was achttien jaar toen hij in 1985 zijn brevet ”privévlieger tweede klasse” behaalde, nadat hij aan Atlantic College in Wales was afgestudeerd. In 1987 volgde het vliegbewijs B3. Tijdens zijn studententijd aan de Leidse universiteit slaagde hij voor het theoretische deel van vliegbrevet B1/B2. Daardoor kon hij in Kenia vrijwilligerswerk doen als piloot voor de medische hulporganisatie African Medical Research & Education Foundation (Amref) en de Kenya Wildlife Service.
In 1989 behaalde de kroonprins op de rijksluchtvaartschool de aantekening op het beroepsbrevet die noodzakelijk is om een zwaar meermotorig vliegtuig te mogen vliegen. Ook beschikt hij over het groot militair vliegbrevet, dat hem in 1994 door zijn grootvader, prins Bernhard, werd uitgereikt.
Concentratie
Sinds 2001 heeft Willem-Alexander ook het Airline Transport Pilot License (ATPL). Hebben en houden zijn twee verschillende zaken: net als elke piloot moet Willem-Alexander zijn vlieguren bijhouden. Daarom was de vorst regelmatig te gast bij KLM om een Cityhopper naar zijn bestemming te sturen. Tijdens staatsbezoeken kwam dat in beeld als hij het regeringsvliegtuig PH-KBX aan de grond zette. Maar meestal vloog de piloot anoniem op een Fokker 70 uit de reguliere vloot.
„Ik vind vliegen gewoon fantastisch”, zei de koning vorige week in De Telegraaf. „Voor mij is het belangrijkst dat ik een hobby heb waar ik me volledig op moet concentreren. Je hebt een vliegtuig, passagiers en een bemanning. Daar draag je verantwoordelijkheid voor. Je kan je problemen van de grond niet meenemen naar boven. Je kan je even volledig losschakelen en ergens anders op concentreren. Dat is voor mij de grootste ontspanning van het vliegen.”
Gezagvoerder M. Putman gaf hem een pluim: „Voor de relatief weinig vlieguren die de koning maakt, is hij altijd heel scherp. Alle procedures zitten er goed in. Zeer goed.”
Regeringstoestel
Het koninklijke besluit om over te stappen naar een Boeing was volgens de Rijksvoorlichtingsdienst reeds genomen voordat de aanbestedingsprocedure voor de vervanging van het regeringsvliegtuig PH-KBX van start ging en staat er dus los van. De KLM stopt eind dit jaar met het vliegen met de Fokker 70. Als gevolg daarvan is de personele capaciteit niet voldoende om het regeringsvliegtuig te blijven bemannen en onderhouden. Minister Schultz van Haegen van Infrastructuur en Milieu schreef vorige maand dan ook aan de Tweede Kamer dat het kabinet een Boeing 737 Business Jet als nieuw regeringsvliegtuig heeft gekozen. Het toestel, dat als registratie PH-GOV krijgt, moet begin 2019 worden opgeleverd.
Het regeringsvliegtuig wordt hoofdzakelijk gebruikt door leden van het kabinet en hun delegaties. In 2015 maakten leden van het kabinet 88 procent van het totaal aantal vlieguren van de KBX en de koning, koningin Máxima en prinses Beatrix samen 12 procent. In 2014 was dit 86 respectievelijk 14 procent.
Het koningspaar gaat in verschillende vliegtuigen op pad. Van het aantal vluchten dat het in 2015 maakte, is voor 51 procent gebruikgemaakt van lijnvluchten van reguliere luchtvaartmaatschappijen, voor 35 procent van het regeringstoestel, voor 12 procent van een ingehuurd toestel en voor 2 procent van een vliegtuig van het ministerie van Defensie.