OM eist werkstraffen voor verdrinken Syrische
Drie badmeesters en twee leerkrachten zijn volgens het Openbaar Ministerie schuldig aan de dood van een negenjarig Syrisch meisje dat verdronk in een zwembad in Rhenen. Het OM eiste dinsdag voor de rechtbank in Utrecht werkstraffen van 120 uur.
Het meisje werd pas gemist toen alle andere kinderen en leerkrachten van groep vijf al aangekleed buiten bij het zwembad stonden. Ze werd gevonden door een zwemmer die baantjes kwam trekken.
Het noodlottige incident vond plaats op 21 september 2015 in zwembad ’t Gastland. Het was de vierde zwemles van het slachtoffertje dat niet kon zwemmen en geen Nederlands sprak. Haar was niet verteld dat ze niet in het diepe bad mocht. Toch was ze hier met andere kinderen ongezien aan het spelen. Haar kurkjes waarmee ze zou blijven drijven, had zij afgedaan.
Het meisje is volgens het OM onvoldoende of niet in de gaten gehouden. De leraren en de badmeesters hadden onderling geen afspraken over haar gemaakt. Er had extra op haar moeten worden gelet, maar niet iedereen wist dat het meisje niet kon zwemmen.
Badmeesters waren al aan het opruimen, terwijl nog niet alle 42 kinderen het bad waren uitgegaan. Na afloop van de les is geen enkele toezichthouder om het diepe bad gelopen om te kijken of het leeg was. De verdachten hebben volgens het OM zich niet aan de schriftelijke afspraken gehouden die in de werkplannen van het zwembad en de school staan. „Zij hebben gefaald”, aldus de officieren van justitie. Daarom zijn alleen personen en geen instanties voor het gerecht gedaagd.
Voor de gebroken ouders was de zitting te emotioneel. Zij liepen de rechtszaal uit. De ouders willen vooral antwoorden. Zij dachten dat hun kind veilig was bij de leraren en de badmeesters. Geen straf is voor hen hoog genoeg. „Het is nog veiliger bij de raketten in Syrië dan hier in een zwembad”, vertelde de vader de rechters maandag.
Het Openbaar Ministerie begrijpt dat de strafzaak ook zwaar is voor verdachten. „Zij hebben de dood van het meisje nooit gewild”, aldus de officieren van justitie.
De rechtbank doet uitspraak op 6 juni.