Landen als Tsjechië en Hongarije spelen een belangrijke rol in de hondenhandel. Verder zijn veel pups afkomstig uit massaproductie, die ten koste gaat van het welzijn van zowel de teef als de puppy’s.

De Dierenbescherming pleit voor verplichte identificatie en registratie van honden door middel van een microchip. Opsporingsdiensten kunnen zonder die registratie netwerken van illegale hondenhandelaren en -fokkers niet traceren. Naar Brits voorbeeld wil de Dierenbescherming dat notoire dierenkwellers een houdverbod van dieren krijgen.

De Dierenbescherming is het niet eens met het kabinet-Balkenende, dat de verantwoordelijkheid voor het welzijn van honden wil leggen bij de sector zelf, de fokkers en handelaren. Dit is een „heilloze weg”, aldus de organisatie. Er moeten op z’n minst minimumregels worden gesteld.

Het lijkt erop dat de overheid het bestaande honden- en kattenbesluit, waarin ook de hondenhandel is geregeld, ter discussie stelt. „Een slechte zaak.” Ook moeten de straffen voor malafide dierenhandelaren hoger, vindt de Dierenbescherming. De huidige straffen zijn absoluut niet afschrikwekkend.

Het zwartboek wijst op het dierenleed dat zich achter gesloten deuren afspeelt. Fokteven zijn verworden tot broedmachines. Als zulke honden na een aantal jaren pups baren commercieel niet meer interessant zijn, worden ze afgemaakt.

Bij malafide fokkers worden puppy’s veel te vroeg bij hun moeder weggehaald. Daardoor zijn gedragsproblemen onvermijdelijk. Jonge hondjes moeten al vroeg en veel in aanraking komen met mensen en allerlei huiselijke taferelen leren kennen. De Dierenbescherming adviseert mensen die een hondje in huis willen halen, contact te zoeken met een betrouwbare fokker.