Van elke auto een nummerbord
Geert Kampinga houdt van Duitse auto’s. „Als ik een leaseauto krijg, gaat de Up! naar mijn vrouw.”
Zoals je een trouwe levenspartner of huisdier moeilijk kunt missen, zo klampen sommige mannen zich vast aan hun auto’s. Schilder Geert Kampinga (54) heeft van al zijn bolides nog een nummerbord, variërend van vierkant dofblauw tot glimmend geel en wit.
„Dat begon al bij mijn eerste wagen, de 85-FX-37. Een Toyota Corolla 1000, waarop ik natuurlijk zo trots als een pauw was. Ik was toen 18 jaar oud en verzorgde hem als een kind. Na twee, drie jaar moest hij echter weg, omdat ik een zuiniger auto zocht. Dat werd weer een Japanner: de Daihatsu Charade 1.0. Het was een nieuwe, en nog een diesel ook. Hij liep op drie cilinders en wat reed dat zuinig: op 1 liter zeker 20 kilometer. We haalden er op vakantie naar het Sauerland een keer 1 op 25 mee, iets wat je niet vergeet. Helaas reed ik schade met deze auto, voor het eerst en het laatst. Alle schades die ik daarna opliep, zijn ontvangen van anderen.”
Sjorbanden
„Daarna werd het tijd voor een serie Duitsers, te beginnen met een Volkswagen Polo op diesel. Deze reed fijn, maar zo stil als de Daihatsu was hij niet. Vervolgens kwam er een Golf III, op benzine. Een pittige auto, die ik kocht voor naast de bedrijfswagen waar ik toen ook mee reed.
Toen we gingen trouwen, kwam er een tweede Golf: type III. Maar met de komst van de kinderen was die auto alweer te klein en kwam er een VW Jetta, op benzine. Er volgden nog meer VW’s: een Passat op benzine en een Vento op diesel.
Het gezin werd groter en ik dacht met de Citroën Berlingo op diesel een gezinsauto te kopen, hoewel we ook daar nog niet helemaal in pasten. Toen heb ik in de kofferbak met de sjorbanden en -haken een kinderstoel vastgezet.
Daarna volgden twee Transporters met een dubbele cabine. Daarin had je echt ruimte, en je reed ze toen nog goedkoop. Dat was echt: „Ik ga op vakantie en neem mee…” Naast zes fietsen werd ook de frituurpan nog ingeladen. De eerste, met 1.9 dieselmotor, beviel zo goed dat er een tweede kwam: de DC 2.5 vijfcilinder automaat. Die reed top! Zo mooi dat zelfs mijn vrouw vaker achter het stuur wilde. En met iemand van de kerk konden we de bijrijdersstoel ruilen voor zo’n bankje. Dus togen we probleemloos met zeven man naar Duitsland.
De wegenbelastingregels noopten ons echter om naar een 7-zits personenwagen terug te gaan. Het werd een Mazda 5 op benzine. Een mooie auto, maar een erg hoog verbruik: die mocht snel weer weg voor een Kia Venga op benzine. Je kreeg er zeven jaar garantie bij, dus ik kon hem mét garantie weer doorverkopen. Ik kocht toen een Skoda Octavia, met 1.2 benzinemotor, automaat. Heerlijk die DSG-automaat van Volkswagen, en flink wat ruimte erin. Ik zou hem zo weer kopen.”
Leaseauto
„De liefde voor Duitse makelij is altijd gebleven. Onze huidige auto is een Volkwagen High Up! 1.0 benzine. Maar daar komt binnenkort een leuke leaseauto voor in de plek: vermoedelijk de VW Golf, weer met een DSG-automaat, of anders de Skoda Octavia station. En dan gaat de Up! naar mijn vrouw.
Onder auto’s mag mijn voorliefde dan Duits zijn, maar voor het kleinere werk kun je beter Japanners hebben. Mijn vrouw reed een Suzuki, Toyota en drie keer een Daihatsu. En al mijn motoren kwamen uit Japan: de Honda 500cc, Magna 750cc, Magna 700cc, de Pan European ST 1100 en, net gekocht: de Pan European ST 1300, met maar liefst 126 pk op het achterbandje. Ook van al die motors heb ik natuurlijk nog het nummerbord.”
serie
Auto-biografie
Auto’s zeggen iets over hun bestuurders, want in de lak weerspiegelt zich het karakter van de eigenaar. Vandaag deel 15: de auto-biografie van Geert Kampinga (54) uit Assen.
Op een rij
De auto-biografie van Geert Kampinga:
Toyota Corolla 1000
Daihatsu Charade (2x)
Citroën Berlingo
Mazda 5
Kia Venga
Skoda Octavia
Volkswagen: Polo, Golf (2x), Jetta, Passat, Vento, Transporter (2x), Up!
Tweede auto’s:
Suzuki Alto, Toyota Starlet, Daihatsu Cuore (3x)
Motoren:
- Honda: 500cc, Magna 750cc, Magna 700cc en Pan European ST 1100 en ST 1300