Studenten Hoornbeeck Apeldoorn leren van brieven ouderen
Jan Boers (78) uit Rijssen verloor vorig jaar zijn vrouw. Achttien jaar verzorgde hij zijn zieke echtgenote. Eline Overeem (17) uit Deventer, die aan het Hoornbeeck College in Apeldoorn verpleegkunde studeert, heeft bewondering voor de Rijssenaar. Vrijdag gingen ze in gesprek.
„Lopen ging niet meer?” vraagt Eline, aan een tafeltje op het Hoornbeeck College. „Nee”, antwoordt Boers. „Mijn vrouw kon vanaf 2002 niet meer lopen. Ze zat in een rolstoel.” „Een elektrische?” vraagt Eline. „Ja, anders moest ik te hard duwen.”
De afgelopen maanden stuurden Boers en Eline Overeem elkaar handgeschreven kaarten. Vrijdag ontmoetten de oude Rijssenaar en de leerlinge elkaar in Apeldoorn.
De vrouw van Boers leed aan parkinson en later aan dementie. „Na haar overlijden viel ik een gat. Ik had ineens een zee van tijd.” Eline: „Ik vind het heel knap dat meneer Boers zo lang zorgde voor zijn vrouw. Het is heel moeilijk als je vrouw niet meer doorheeft dat je haar man bent.”
De gedachtewisseling tussen de Rijssenaar en de leerlinge uit Deventer maakt deel uit van Project Plus van de opleiding verpleegkunde van het reformatorische Hoornbeeck College Apeldoorn. Sinds februari dit jaar schreven 26 studenten (van 16 tot 19 jaar) met ouderen die kampen met tegenslag. Ter afronding van het project troffen vrijdag de meeste koppels elkaar voor het eerst in levenden lijve.
Doel van het project is dat jongeren ouderen een hart onder de riem steken. Andersom kunnen de studenten levenswijsheden van de senioren meekrijgen. „We kwamen op dit idee nadat docenten van het Hoornbeeck College Apeldoorn ongeveer een halfjaar geleden een congres bezochten over voltooid leven”, vertelt Jenneke Haase, docent omgangskunde en een van de projectleiders. „De bedoeling is dat ouderen en jongeren kennismaken met elkaars leefwereld, dat er verbinding tussen jong en oud komt.”
Streven van de school is om ouderdom positief te duiden. „In de discussie rond voltooid leven wordt vaak heel negatief gedaan over ouderen: ze kosten veel geld en hebben allerlei problemen. Ik denk juist dat ouderen onze studenten veel levenslessen kunnen bieden.”
Eline Overeem leerde van Boers dat ze dankbaar moet zijn dat ze is opgegroeid in een „evenwichtig en leuk” gezin. Eline: „Ik kom uit een gezin van negen kinderen. Meneer Boers heeft maar één broertje, en die is ook nog eens zo’n acht jaar jonger.”
Als de koffie en koek zijn rondgedeeld, houdt Willemien Westerink, docente gezondheidszorg, een Bijbelstudie. Ze stipt teksten aan waarin waardering doorklinkt voor ouderen. Zoals Leviticus 19:32, waar onder meer staat: „Voor het grauwe haar zult gij opstaan en zult het aangezicht des ouden vereren.”
Westerink: „Er lijkt een grote voorkeur voor jongeren en een onderwaardering van ouderen te bestaan. Maar de Bijbel laat een tegendraads geluid horen en geeft ouderen de eerbiedwaardige plaats die hun toekomt. God vergeeft zonden, heeft geduld, geeft troost en moed, verhoort gebeden, ook als het moeilijk is. Hij gebruikt ouderen om daar jongeren over te vertellen.”
Jong en oud zingen samen verschillende (christelijke) liederen. Docente Caroline de Looze begeleidt de zangers. „Zingen is goed voor een mens. Ik denk dan altijd: Yes, de zon gaat weer schijnen.”
Ook een quiz zorgt voor een gezellige boel. Vertel wat je weet over Hoornbeeck, luidt een vraag. „Hij is belangrijk geweest in een of andere stroming”, reageert een jongedame. „Die stroming is de Nadere Reformatie”, zegt de quizleider.
Welke hobby heeft onze koning? „Vliegen!” klinkt het in koor.
Aan een tafeltje zit mevrouw G. Bostelaar-Stark (80) uit Nunspeet. Ongeveer twee jaar geleden overleed haar man. Ze kregen zeven dochters en zeven zonen. Bostelaar correspondeerde ook met een leerlinge. „Ik schreef haar dat ik mijn man niet meer terug wil. Hij gaf voor zijn sterven een goed getuigenis en deed een goede ruil. Daar was de leerlinge van onder de indruk. Dat deed mij goed.”